11.Kanaalnaam [
Druk om de naam van het weergegeven kanaal te wijzigen.
12. Displayverlichting [
Druk om de instellingen voor de helderheid van de toetsenbord- en displayverlichting te openen, druk
op [◄]/[►],[▲]/[▼] of draai aan de [KIEZEN]-knop om de helderheid van de toetsenbord- en
displayverlichting in te stellen.
·8 helderheidsniveaus: 1~7, UIT.
13.Logboeken [
Druk om het logboek ontvangen oproepen of noodoproepen weer te geven.
Microfoon
PTT-schakelaar [PTT]
Druk en houd vast om te zenden; laat los om te
ontvangen.
⑱ Kanaal 16 / Toets Oproepkanaal [16/C]
Druk om kanaal 16 te selecteren.
Druk en houd één seconde vast om het
oproepkanaal te selecteren (standaardkanaal 9)
' wordt weergegeven wanneer het
·'
oproepkanaal geselecteerd is.
⑲ Kanaaltoetsen [▲][▼]
Druk om het bedrijfskanaal te selecteren, de modus in te stellen enz.
Als de functie favoriet kanaal is ingeschakeld, drukt u op de toetsen [▲]/[▼] om de favoriete kanalen
in de geselecteerde kanaalgroep achtereenvolgens te selecteren.
⑳ Toets zendvermogen [H/L]
Druk om hoog of laag outputvermogen te selecteren
·Sommige kanalen kunnen alleen op laag vermogen worden ingesteld.
Terwijl u [HI/L] vasthoud, kunt u met de IN-/UIT-toets de microfoonvergrendelingsfunctie IN en UIT
schakelen.
Functieweergave
Nr.
Naam
Signaalstatusindicator
1
Statusindicator
2
]
]
]
●'
' wordt weergegeven tijdens ontvangst.
●'
' wordt weergegeven tijdens zenden.
●'
' wordt weergegeven in stand-bymodus.
●'
' wordt weergegeven wanneer het kanaal wordt gewijzigd tijdens de
ontvangt of het zenden van een signaal.
Beschrijvingen
244