8. Apparaat bedienen
De eerste weken na de installatie kan het waargenomen geluidsniveau
bij het maaien van gras mogelijk hoger zijn dan verwacht. Na een tijdje
wordt het waargenomen geluidsniveau duidelijk lager.
Draai de maailengteregelaar op de gewenste maailengte. De maailengte kan
traploos tussen 30 en 60 mm worden ingesteld. Voor bijvoorbeeld een maai-
lengte van 45 mm zet u de maailengteregelaar op de stand tussen 40 en 50
mm.
8.1. Continubedrijf
Druk op de netschakelaar om het apparaat in te schakelen. Er wordt een geluids-
signaal weergegeven.
Start de robotmaaier niet in het laadstation, maar stel de robotmaaier tegenover
het laadstation op de lijn van de begrenzingskabel op.
Als het apparaat niet inschakelt, druk dan opnieuw op de netschakelaar,
wacht een ogenblik en probeer het nog eens.
Voer nu de veiligheidscode tegen onbevoegd inschakelen in door op de toets-
volgorde START + HOME + START + HOME + OK te drukken.
Druk op de toetsen START en OK om het maaien te starten.
Als de robotmaaier met de netschakelaar werd uitgeschakeld, moet de
hierboven genoemde toetscombinatie opnieuw worden ingevoerd om
de robotmaaier te starten.
Als tijdens het invoeren van een toetscombinatie na 5 seconden niet op
een toets is gedrukt, moet u de invoer opnieuw starten. De combinaties
moeten snel worden ingevoerd.
Nadat u de maaier hebt ingeschakeld, weerklinkt bij het indrukken van een toets
een geluidssignaal.
Tijdens het maaien is een toetsblokkering ingeschakeld en er kan geen toetsencom-
binatie worden gekozen, daarom wordt er geen geluidssignaal weergegeven. Een
nieuwe invoer met de toetsen is pas bij stilstand mogelijk.
Druk op de netschakelaar om het apparaat na het maaien volledig uit te schake-
len.
Wordt de robotmaaier niet via de netschakelaar na het maaien uitge-
schakeld, dan begint de robotmaaier na het opladen van de accu op-
nieuw te maaien. Schakel het apparaat daarom na elk gebruik via de
netschakelaar uit.
DE
FR
NL
ES
IT
121