5
Aan de onderkant van het standframe zijn platte verbindingsstukken met 6 gaten voor bevestiging op
de vloer. Een vloerverankering is noodzakelijk voor een veilige en stabiele bevestiging van het apparaat.
Gebruik hiervoor het meegeleverde bevestigingsmateriaal. Zorg er op voorhand voor dat de vloer vlak is
en geschikt is voor een vaste installatie.
BELANGRIJK: Neem ook de relevante veiligheidsinstructies aan het begin van deze handleiding in acht.
1. Zorg er vóór het boren voor dat het apparaat voldoende ruimte heeft op de plaats van opstelling, vrij
toegankelijk is en de toegang niet blokkeert.
2. Zet het apparaat zoals gewenst en markeer de boorgaten door de gaten in het standframe. Schuif
het apparaat opzij als je gaat boren!
3. Boor de gaten in de grond met een 10 mm boor en sla de ankers in de grond. Zorg ervoor dat de
ankerhulzen volledig in de grond zitten en dat alleen de stelschroeven uitsteken.
4. Verwijder de moeren, veerringen en sluitringen van de ankers. Plaats het apparaat boven de gron-
dankers en schroef de bevestigingsplaten op de grond door de sluitringen, veerringen en moeren
weer aan te brengen.
5. Draai de moeren goed vast!
VLOERBEVESTIGING
118