B
Stap 5. Waterpas zetten van het toestel
De vaatwasser dient waterpas geplaatst te worden voor een goede werking van de
vaatwasser en optimale wasprestaties.
1. Zet de waterpasser op de deur en op de vaatmand in de kuip, zoals aangegeven, om te
controleren of de vaatwasser waterpas staat.
2. Zet de vaatwasser waterpas door elk van de drie verstelbare poten af te stellen.
3. Let erop uw vaatwasser bij het waterpas plaatsen niet te laten kantelen.
Controleer de waterpasstand
aan elke kant.
OPMERKING :
Gebruik van het toestel
C
D
Controleer het niveau
voor- en achteraan.
De maximaal instelbare hoogte van de poten bedraagt 50 mm.
61
NL
UP
DOWN