Stroomvoorziening voor de ballast is gebaseerd
op een normale stroomtoevoer voor bedrijfs-
en thuisgebruik. De Phantom Ballast moet met
de juiste aanbevolen lampwattage worden
gebruikt voor de beste efficiëntie, veiligheid,
verlichting en juiste werking.
HAAL ALTIJD HET NETSNOER
VAN DE PHANTOM BALLAST UIT
HET STOPCONTACT VOORDAT U
DE EENHEID VERPLAATST OF DE
LAMPEN VERVANGT.
WAARSCHUWINGEN
• Gebruik deze Phantom Ballast alleen
binnenshuis. Plaats het apparaat uit de buurt
van hitte en vermijd contact met vloeistof.
• Deze ballast bevat geen lampenkast voor
bescherming bij onbedoeld contact met
onderdelen die onder spanning staan.
• Gebruik de Phantom Ballast met een
lampenkabel met een maximale lengte van
ongeveer 10 meter.
• Trek de stekker van de ballast uit het
stopcontact voordat u onderhoud
uitvoert, lampen vervangt of bij andere
werkzaamheden aan de ballast.
• Bij het openen van de ballast vervalt de
garantie.
• Deze ballast is niet geschikt voor lampen
met automatische schakelaar. De ballast is
niet ontworpen voor gebruik met externe
schakelaars.
• Gebruik de Phantom Ballast niet met de
TM01240 timer van 240 volt van Hydrofarm.
De timer is niet geschikt voor gebruik met
elektronische ballasten en gebruik hiervan
kan storingen in de ballast veroorzaken.
• De Phantom Ballast is ALLEEN geschikt
voor gebruik met elektrische kabels van
Hydrofarm.
• In geval van gebruik van Phantom met
andere elektrische kabels of wijziging van
de elektrische kabels van de lamp, komt de
garantie te vervallen.
18
Gebruiksaanwijzing
DEFINITIE VAN TERMEN
• Hoofdspanning: nominale ingangsspanning
voor de ballast
• Wattage: ingangsvermogen
• Ampère: verbruik of ingangsstroom
• Vermogensfactor: een meeteenheid van de
efficiëntie waarmee de ballast elektriciteit
omzet naar bruikbaar uitgangsvermogen,
in dit geval voor uitgang naar de lamp. De
vermogensfactor wordt gemeten tussen 0 en
1; hoe dichter bij de 1, des te doelmatiger het
circuit functioneert. De vermogensfactor van
Phantom is hoger dan 0,98.
• Bedrijfspanning: het aanvaardbare
functiebereik voor de ingangsspanning naar
de ballast. Afwijkingen van de aangegeven
metingen kunnen het gevolg zijn van een
afnemend rendement van de ballast en
van extra hitte die wordt gegenereerd in de
behuizing.
• Ontstekingsspanning: de uitgang van de
ballast tijdens inschakeling.
• THD (totale harmonische distorsie): een
meeteenheid van alle harmonische stromen
in een circuit. Hoe hoger de meting, des te
hoger de belasting op interne onderdelen,
de lamp en het elektriciteitsnet. Doorgaans
wordt een meting van lager dan 10% gezien
als wenselijk bij een elektrische toepassing
van de ballast.
• AF (Amplitudefactor): een meting van hoe
"schoon" de stroomuitvoergolf van de ballast
is. Een perfect schone uitvoersinusgolf is
doorgaans een AF van 1.414. Aangezien er
een bepaalde mate van harmonische stroom
aanwezig moet zijn in een elektrisch systeem,
moet de amplitudefactor altijd hoger zijn dan
1.414. Dus hoe dichter de ballast zich bevindt
bij een AF van 1.414, des te minder belasting
voor de lamp.
• ot (Omgevingstemperatuur): maximale
nominale omgevingstemperatuur voor
de omgeving van de ballast. Een te hoge
omgevingstemperatuur kan leiden tot storing
in de ballast of lamp of tot automatische
beveiligingsuitschakeling.
www.hydrofarm.com