15) Kantel de grasmaaier niet voor het opstarten. Start de
machine op een vlakke ondergrond zonder hindernissen
of hoog gras.
16) Breng uw handen en voeten nooit nabij of onder de draai-
ende delen. Blijf steeds op afstand van de aflaatopening.
17) Hef de grasmaaier niet op en vervoer hem niet wanneer
de motor in werking is.
18) Schend of verwijder de veiligheidsinrichtingen niet.
19) Wijzig de afstelling van de motor niet en laat het toerental
van de motor niet buitengewoon hoog oplopen.
20) Raak de onderdelen van de motor die tijdens het gebruik
heet worden, niet aan. Gevaar voor brandwonden.
21) Bij de modellen met aandrijving, moet men de koppeling
van de transmissie aan de wielen uitschakelen vooraleer de
motor te starten.
22) Gebruik enkel toebehoren die goedgekeurd werden door
de fabrikant van de machine.
23) Gebruik de machine niet indien de toebehoren/werktui-
gen niet op de voorziene plaatsen geïnstalleerd zijn.
24) Koppel de snij-inrichting los, stop de motor en koppel de
kabel van de bougie los (verzeker u ervan dat alle bewegen-
de delen volledig stil staan):
– T ijdens het vervoer van de machine
– T elkens wanneer u de machine onbeheerd achterlaat; Bij
de modellen met elektrische inschakeling, dient u ook de
sleutel te verwijderen;
– V ooraleer blokkeringen te verhelpen of het windkanaal
vrij te maken;
– V óórdat u de machine controleert, schoonmaakt of er-
aan werkt;
– N adat er op een vreemd voorwerp gestoten is. Controleer
de machine op eventuele beschadigingen en voer de no-
dige reparaties uit alvorens ze opnieuw te gebruiken;
25) Schakel de snij-inrichting uit en stop de motor;
– Alvorens brandstof bij te vullen;
– E lke keer wanneer u de opvangzak verwijdert of opnieuw
monteert;
– E lke keer wanneer u de zijdelingse aflaatdeflector verwij-
dert of opnieuw monteert;
– V ooraleer de maaihoogte af te stellen indien dit niet van-
uit de plaats van de bestuurder uitgevoerd kan worden.
26) Behoud tijdens het werk steeds de veiligheidsafstand
ten opzichte van de snij-inrichting, die overeenstemt met de
lengte van de steel.
27) Geef gas terug vooraleer de motor stil te zetten. Sluit de
toevoer van de brandstof af aan het einde van het werk, vol-
gens de aanwijzingen in het handboekje.
28) LET OP: – In geval van breuken of ongevallen tijdens
het werk, dient men de motor onmiddellijk stil te zetten en
de machine te verwijderen om geen verdere schade te be-
rokkenen; in geval van ongevallen met persoonlijke letsels
of letsels aan derden, dient men onmiddellijk de meest ge-
schikte eerste-hulp-procedures te volgen voor de situatie en
zich tot een gezondheidsstructuur te richten voor de nodige
zorgen. Verwijder zorgvuldig eventuele resten die schade of
letsels aan personen of dieren kunnen veroorzaken indien
ze onopgemerkt blijven.
29) LET OP – Het niveau van het geluid en van de trillingen
dat aangegeven is in deze handleiding, zijn de maximale
waarden voor het gebruik van de machine. Het gebruik van
een niet gebalanceerd maai-element, een overdreven snel-
heid van de beweging en gebrekig onderhoud hebben een
negatieve invloed op het geluidsniveau en op de trillingen.
Bijgevolg is het noodzakelijk preventieve maatregelen te
treffen om mogelijke schade ten gevolge van een hoog ge-
luidsniveau en stress van trillingen te vermijden; zorg voor
het onderhoud van de machine, draag gehoorbescherming,
All manuals and user guides at all-guides.com
maak pauzes tijdens het werk.
1) LET OP! – Verwijder de kabel van de bougie en lees de
desbetreffende aanwijzingen alvorens eender welke ingreep
voor reiniging of onderhoud aan te vangen. Draag geschikte
kleding en werkhandschoenen voor alle handelingen die ge-
vaarlijk kunnen zijn voor de handen.
2) LET OP! – Gebruik de machine nooit als er onderdelen
versleten of beschadigd zijn. De defecte of beschadigde on-
derdelen moeten vervangen en niet gerepareerd worden.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen: het gebruik
van niet originele en/of niet goed gemonteerde onderdelen
beïnvloedt de veiligheid van de machine, kan ongelukken of
persoonlijk letsels veroorzaken waarvoor de fabrikant niet
aansprakelijk gesteld kan worden.
3) Alle onderhoudshandelingen en afstellingen die niet be-
schreven zijn in deze handleiding moeten uitgevoerd wor-
den door uw Verkoper of in een gespecialiseerd Centrum
dat beschikt over de nodige kennis en uitrustingen om de
werken correct uit te voeren, met respect voor het oorspron-
kelijk niveau van veiligheid van de machine. Handelingen die
uitgevoerd werden in niet geschikte structuren of door onbe-
kwame personen doen elke vorm van garantie en alle ver-
plichtingen of aansprakelijkheid van de Fabrikant vervallen.
4) Koppel na ieder gebruik de kabel van de bougie los en
controleer of er geen beschadigingen zijn.
5) Laat bouten en schroeven vastgedraaid zitten om er ze-
ker van te zijn dat de machine altijd op een veilige manier ge-
bruiksklaar is. Als u regelmatig onderhoud aan de heggen-
schaar pleegt, zal de werking ervan veilig blijven en zal het
prestatieniveau bewaard blijven.
6) Controleer regelmatig of de schroeven van de snij-inrich-
ting correct vastgedraaid zijn.
7) Draag werkhandschoenen om de snij-inrichting te hante-
ren, te demonteren of opnieuw te monteren.
8) Let op de balans van de snij-inrichting, wanneer dit ge-
slepen wordt. Alle handelingen die betrekking hebben op
de snij-inrichting (demontage, slijpen, in balans brengen,
hermontage en/of vervanging) vergen een specifieke vaar-
digheid en het gebruik van geschikt gereedschap; uit vei-
ligheidsoverwegingen moeten deze handelingen daarom
steeds uitgevoerd worden in een gespecialiseerd centrum.
9) Tijdens de afstellingen van de machine, moet men erop
letten dat de vingers niet tussen de bewegende snij-inrich-
ting en de vaste delen van de machine verklemd geraken.
10) Raak de snij-inrichting niet aan totdat de kabel van de
bougie losgekoppeld is en de snij-inrichting volledig stil-
staat. Tijdens het werken aan de snij-inrichting, dient men
erop te letten dat de snij-inrichting kan bewegen, ook al is
de kabel van de bougie losgekoppeld.
11) Controleer regelmatig de zijdelingse aflaatbeveiliging, of
de achterste aflaatbeveiliging en de opvangzak. Vervang ze
indien ze beschadigd zijn.
12) Vervang de labels met instructies en waarschuwingen,
indien deze beschadigd zijn.
13) Berg de machine op in een plaats die niet toegankelijk
is voor kinderen.
14) Zet de machine niet met benzine in de tank in een ruim-
te waar de benzinedampen met vlammen, vonken of een
warmtebron in aanraking zouden kunnen komen.
15) Laat de motor eerst afkoelen alvorens de machine de
machine in eender welke ruimte op te bergen.
16) Om brandgevaar zoveel mogelijk te beperken dienen de
motor, de geluiddemper van de uitlaat, de accubak en de
benzinetank vrij gehouden te worden van gras, bladeren of
2
D) ONDERHOUD EN OPSLAG