Spanningsbuffer; Analoog Bedrijf; Digitaalbedrijf; Mfx-Protocol - L. G. B. 55029 Manual Del Usuario

10 Monteer de loc weer.
Als de decoder is ingebouwd, heeft de bedrijfssoorten
schakelaar geen functie meer.
Aanbevolen kabeldiameters
0,2 mm² rails, motor, luidspreker
0,1 mm² lampen, leds
Inmeten van locomotieven
1 Kies voor het inmeten het motortype (zie CV 52).
2 Het automatisch inmeten van locomotieven moet
op een geschikt ovaal stuk zonder hindernissen
(signalen, stijging enz.) worden gedaan. Inmeten
kan niet worden gedaan op een rollenbank. De
locomotief wordt versneld tot zijn maximumsnelheid
en zou bij kleine bogen uit de rails kunnen kantelen.
3 Voor het automatisch inmeten van de loc:
mfx - ga naar de loc-configuratie van Central Stati-
on 2 of Central Station 3. Voer in het veld "Firmware
Version" op de eerste plek de waarde 77 in.
DCC/MM - programmeer CV 7 op de waarde 77.
4 Start het inmeten door op de rijregelaar een willek-
eurige snelheid in te stellen. De locomotief start nu
langzaam, versnelt tot maximumsnelheid en stopt
na korte tijd. Daarna doet de locomotief meerdere
startpogingen. Zodra de locomotief definitief blijft
staan is het inmeten beëindigd.
Tijdens het inmeten mag niet worden ingegrepen.
5 Het inmeten kan worden gestopt via Stop, draaien
aan de rijregelaar (-> 0) of wijzigen van de rijrich-
ting. De inmeetrit kan meerdere malen worden
herhaald.
6 Als het resultaat niet tevredenstellend is kan het
inmeten worden herhaald met een ander motortype.
7 Na het inmeten kunnen de regelparameters worden
afgesteld via de CV's.

Spanningsbuffer

De decoder heeft een buffer die ervoor zorgt dat
het geluid op korte spanningsloze stukken rails niet
worden onderbroken.
Voor een nog betere bescherming tegen onderbre-
kingen kan de decoder worden voorzien van ener-
gieopslag 55429. De energieopslag wordt geregeld via
decoder 55029.

Analoog bedrijf

Locomotieven met deze decoder kunnen analoog (AC/
DC) worden gebruikt. De modus wordt automatisch
herkend. De functies die eerder in digitaal bedrijf
werden geactiveerd voor Alternatieve railsformaten
zijn actief (zie DCC, Instelbare CV's).

Digitaalbedrijf

Het digitaalprotocol met de meeste mogelijkheden
is het primaire digitaalprotocol. De volgorde van de
digitaalprotocollen is afnemend in mogelijkheden:
Prioriteit 1: mfx
Prioriteit 2: DCC
Prioriteit 3: MM
Als er twee of meer digitale protocollen op de rails
worden herkend, dan neemt de decoder automatisch
het hoogwaardigste protocol over; bijv. word mfx
& DCC herkend, dan wordt het mfx signaal door de
decoder overgenomen. De verschillende protocollen
kunnen via de parameter CV 50 gedeactiveerd worden.
Aanwijzingen voor digitale besturing
• Het op de juiste wijze instellen van de diverse
parameters staat beschreven in de handleiding van
uw digitale Centrale.
• Het bedrijf met tegengepoolde gelijkspanning in
de afremsectie is met de fabrieksinstelling niet
mogelijk. Indien deze eigenschap wenselijk is,
dan moet worden afgezien van het conventioneel
gelijkstroombedrijf (CV 29/Bit 2 = 0).
• Vanaf de fabriek ingesteld adres:
DCC: 03
MM/fx 78
mfx Controle met UID, geen adres

mfx-protocol

Adressering
• Een adres is niet nodig, elke decoder heeft een
éénmalig en éénduidig kenmerk (UID).
• De decoder meldt zich vanzelf aan bij het Central
Station of Mobile Station met zijn UID.
Programmering
• De eigenschappen kunnen m.b.v. het grafische
scherm op het Central Station resp. deels ook met
het Mobile Station geprogrammeerd worden.
• Alle configuratie variabelen (CV) kunnen vaker
gelezen en geprogrammeerd worden.
• De programmering kan zowel op het hoofdspoor als
op het programmeerspoor gebeuren.
• De default-instellingen (fabrieksinstelling) kunnen
weer hersteld worden.
DCC-protocol
Adressering
• Mogelijke adressen: kort, lang en tractieadres
• Adresbereik:
1 – 127 (kort adres, tractieadres)
1 – 10239 (lange adres)
• Elk adres is handmatig programmeerbaar.
• Kort of lang adres wordt via de CV gekozen.
• Een toegepast tractieadres deactiveert het stand-
aardadres.
Programmering
• De eigenschappen van de decoder kunnen via
de configuratie variabelen (CV) vaker gewijzigd
worden.
• De CV-nummers en de CV-waarden worden direct
ingevoerd.
• De CV's kunnen vaker gelezen en geprogrammeerd
worden (programmering op het programmeerspoor).
5