G - OPSLAG - ONDERHOUD
Onderhoud uw apparaat regelmatig, u zult er gedurende talrijke jaren blij mee zijn.
• Reinig uw apparaat niet wanneer deze aan staat. Wacht tot deze is afgekoeld om brandwonden te voorkomen die ontstaan
vanwege de warme onderdelen (rooster, vetopvangschaal...).
• Maak het toestel niet schoon zo lang het in gebruik is. Wacht tot het is afgekoeld, om brandwonden te voorkomen door
contact met hete onderdelen zoals pannenroosters, branders.
• Zorg ervoor dat u bij het schoonmaken de gaatjes van de branders niet verstopt. Als deze gaatjes - bij voorbeeld door het
overkoken van levensmiddelen - zijn verstopt, kunt u ze het best met een niet-metalen borstel ontstoppen.
• Maak vet geworden onderdelen schoon met water en zeep of een niet-schurend afwasmiddel.
• Bewaar het apparaat op een droge luchtige plaats.
• Als het apparaat langer dan 30 dagen niet is gebruikt, verwijder dan eerst eventuele spinnenwebben die de openingen van
de branderbuis kunnen verstoppen. Spinnenwebben kunnen de prestaties van het apparaat verminderen of de oorzaak zijn
van een gevaarlijke gasontbranding buiten de brander.
• Wanneer het apparaat gedurende lange tijd niet wordt gebruikt, ontkoppelt u de gastank van het apparaat en gaat daarbij te
werk zoals aangegeven wordt in paragraaf § F.
• Controleer regelmatig de goede staat van de slang en
• vervang hem zodra hij tekenen van veroudering of scheurtjes vertoont (paragraaf § C-2).
• In het geval dat de injector verstopt raakt (de gasles bevat nog gas, maar het toestel gaat niet branden), mag u deze niet zelf
proberen te ontstoppen. Breng het toestel terug naar de winkel.
PROBLEMEN / OPLOSSINGEN
Probleem
De brander gaat niet aan
De brander brandt onregelmatig of gaat uit
NL
Onstabiele vlammen met spuitend geluid
Grote vlam aan de bovenkant van de brander
Vlam ter hoogte van de injector
Brandend lek ter hoogte van de koppeling
Onvoldoende warmteontwikkeling
Brandend lek achter de regelknop
GARANTIEPERIODE -
jaar
2
Mogelijke oorzaak / Oplossing
• - Storing in de gastoevoer
• - Drukregelaar werkt niet
• - Verstopping van slang, kraan, venturibuis of gaatjes van de brander
• - Controleer de gastoevoer
• - Controleer of de slang goed is aangesloten
• - Zie de serviceafdeling
• Nieuwe gasles bevatte lucht. Laat de brander branden tot het probleem
verholpen is
• Wasserrückstände nach dem Waschen der Brennerköpfe
• Zie de serviceafdeling
• - Verstopte venturibuis (bijv. met spinnenwebben)
• - Zie de serviceafdeling
• - De gasles is bijna leeg
• - Vervang de gasles en het probleem is verholpen
• - Zie de serviceafdeling
• - Sluit onmiddellijk de gastoevoer
• - De koppeling is niet gasdicht: draai de moeren aan of vervang de slang
• - Zie de serviceafdeling
• - Verstopte injector of venturibuis
• - Zie de serviceafdeling
• - Defecte kraan
• - Sluit het toestel
• - Zie de serviceafdeling
26