DIAGNOSE VAN LEDS
De diagnose-led geeft de fout aan die zich eerst heeft voorgedaan. Indien zich nog meer fouten voordoen, is het mogelijk dat deze niet worden
aangegeven.
Weergave
Beschrijving
1x knipperen
Aandrijving 1 contactfout van een besturingskabel naar
besturing.
2x knipperen
Zoals 1x knipperen voor aandrijving 2
3x knipperen
Eindpunten aandrijving 2 werden niet geaccepteerd.
A: Na of in leertraject: Aandrijving 1 werd niet ver genoeg
geopend en heeft de ingebouwde referentieschakelaar die
zich in het midden van de aandrijving onder de spindel
bevindt, niet gepasseerd.
B: Contactfout van een besturingskabel naar besturing.
Kabel geel of wit heeft geen of een zeer slecht contact.
4x knipperen
Eindpunten aandrijving 1 werden niet geaccepteerd.
5x knipperen
Niet-geprogrammeerd traject in de besturing.
6x knipperen
Benodigd vermogen om vleugels te bewegen is te hoog.
A: Hek is defect.
B: Hek loopt stroef.
C: Hek is bij wind stil blijven staan.
7x knipperen
Fotocel 1 blokkeert functie.
A: Object blokkeert de fotocel.
B: Instelling van de lenzen naar elkaar is niet exact.
C: Spanningsvoeding naar fotocellen niet voldoende
8x knipperen
Fotocel 2 blokkeert functie.
9x knipperen
Fotocel 3 blokkeert functie.
10x
knipperen
Nood-Uit schakelaar blokkeert de installatie.
11x
Contactstrip blokkeert de installatie.
knipperen
A: Object drukt tegen contactstrip.
B: Contactstrip defect
C: Spanningsvoeding te laag of kabelbreuk in toevoer.
12x
Stroomtoevoer van de besturing te laag.
knipperen
A: Toevoer 230Volt defect of slecht contact.
B: Kabelbreuk in toevoer (starre koperkabel).
C: De batterij (verkrijgbaar als toebehoren) voor bedrijf bij
stroomuitval is leeg.
13x
EEPROM fout
knipperen
Starten van de besturing lukt niet.
14x
Alleen LYN/SCS
knipperen
Motor nog ontgrendeld
15x
Defect aan een relais of aan een andere belangrijke
knipperen
elektronische component
A: overspanning
B: slechte bedrading (fout)
D: te hoge vochtigheid in de foto-elektrische beveiliging
(slecht geïnstalleerd)
E: er werd een foto-elektrische beveiliging aangesloten,
maar die is niet verwijderd (afgeklemd).
Oplossing
Kabel geel of wit heeft geen of slecht contact.Aansluitingen nauwkeurig
controleren. Let op de lengte van de leidingen.
Zie 1x knipperen.
Bij A: Hek in leertraject verder openen. Meer dan 50% van de maximale
afstand.
Bij B: Aansluitingen nauwkeurig controleren. Let op de lengte van de
leidingen.
Zie 3x knipperen.
Leertraject van de eindpunten herhalen.
A: Hek repareren
B: Let erop dat het hek goed loopt.
C: Hek bij sterke wind niet openen/sluiten.
D: Leertraject van de eindpunten herhalen zodat het nodige vermogen
opnieuw geleerd wordt.
A: Verwijderen
B: Controleren
C: Controleer de diameters van de kabels en de aansluitingen
Zie 7x knipperen.
Zie 7x knipperen.
A: Kabels en bedrading controleren.
B: Basisinstelling van de besturing controleren (steekbruggen).
A: Verwijderen
B: Kabels en bedrading controleren. 8.2 KOhm weerstand controleren.
C: Basisinstelling van de besturing controleren (steekbruggen).
A: Aansluitingen controleren.
B: Controle (erkend monteur)
C: Accu 24 uur laden.
A: Besturing vervangen.
Motor vergrendelen
Besturing vervangen
Controleer de bedrading
Het traject vanaf de positie poort volledig gesloten moet opnieuw
worden geïnstrueerd.