5454210-Multi-Elek-man_a 02.12.11 09:49 Seite 111
mogelijk. Aanbevelingen voor de
instelling van het apparaat zie afb. 1.
Vervangen van het zaagblad (Afb. 3)
Aan zaagblad-vestzethendel (6) trekken.
Zaagsel van de zaagbladhouder
verwijderen. Zaagblad zoals in de
afbeelding getoond wisselen. Let erop
dat de geleidestift van de slagstang in
het geleidegat van het zaagblad grijpt.
Zaagblad mag na het loslaten van de
vastzethendel (6) niet eruit getrokken
kunnen worden.
LET OP! Trek vóór elk wisselen
van het zaagblad de stekker uit
het stopcontact!
Zaagvoet instellen (Afb. 4)
Zaagvoet-vastzetknop (10) indrukken en
de zaagvoet (3) in lengterichting naar de
gewenste positie verschuiven.
Vastzetknop weer loslaten. Voor het
aanpassen of goed erop liggen bij
verschillende materialen kan bovendien
de hoekinstelling van de zaagvoet
versteld worden.
8 – Gebruik
• Aanzetten: Aan-/Uitschakelaar (1)
indrukken. De machine begint met het
laagste toerental te draaien.
Krachtiger indrukken van de
schakelaar = hoger toerental.
• Uitschakelen: Aan-/Uitschakelaar (1)
loslaten.
De Aan-/Uitschakelaar kan niet voor
continu gebruik vastgezet worden.
• LED-werklicht
Voor exact werken bij slechte
lichtomstandigheden kunt u het LED-
werklicht erbij aanzetten (11). De 2
LED-gloeilampjes zorgen voor licht in
het zaagbereik (afb. 2).
9 – Werkwijze
Zaagblad, aantal slagen en slingering
aan het materiaal aanpassen. Vreemde
voorwerpen uit het werkstuk
verwijderen.
LET OP! Veiligheidstips in acht
nemen! Alle gegevens in de
afbeelding dienen als oriëntatie.
Apparaat inschakelen en op het te
bewerken werkstuk zetten. Zaagvoet (3)
op het werkstukoppervlak zetten en het
materiaal met een gelijkmatige druk of
voeding doorzagen. Als het zaagblad
vast komt te zitten, het apparaat
onmiddellijk uitschakelen. Zaagspleet
met geschikt gereedschap iets spreiden
en het apparaat eruit trekken. Na afloop
van de werkzaamheden de machine
uitschakelen en pas neerleggen als deze
helemaal tot stilstand is gekomen.
LET OP! Na langdurig werken
met een klein aantal slagen, de
machine ter afkoeling ca. 3 minuten
lang met maximaal aantal slagen
stationair laten draaien.
Instekend zagen (Afb. 5)
Als in het midden van het werkstuk met
het zagen moet worden begonnen en
het boren van een gat niet mogelijk is,
de slingering op 0 zetten, zaagvoet
losmaken, helemaal terugschuiven en
vastzetten. Zaagblad in gekantelde
stand van de machine en met
ingeschakelde machine voorzichtig op
het werkstuk laten glijden (a). Zodra het
werkstuk doorgezaagd is, in normale
stand van de machine doorwerken (b).
111