Inschakelen
Het reservoir met schone gasolie
vullen.
De stekker in een geaard monofase
stopcontact steken met een net-
spanning van 230V-50Hz. Het toe-
stel moet geaard zijn in overeen-
stemming met de geldende nor-
men.
De schakelaar instellen op "ON".
Beveiliging
Wanneer er geen onsteking plaats-
vindt of het toestel oververhit raakt
De onderhoudswerkzaamheden
die in deze paragraaf worden
beschreven moeten uitsluitend
door de Technische Dienst wor-
den uitgevoerd.
Bij vervanging altijd originele
onderdelen gebruiken.
Ventilator
De bladen van de ventilator moeten
minstens elke 500 draaiuren met
een in petroleum gedrenkte doek
en daarna met perslucht worden
schoongemaakt.
Sproeier
De brandstofkap uitnemen, de
sproeikop losdraaien, de sproeikop
met perslucht schoonblazen. Tij-
dens het reinigen ervoor oppassen
de sproeikop niet te beschadigen.
Luchtfilter (fig.2)
Regelmatig de luchtfilter(2) contro-
leren en reinigen, vooral als het
toestel in stoffige ruimtes wordt
gebruikt. Voor het reinigen het
treedt automatisch het veiligheids-
systeem in werking en wordt het
toestel stopgezet. In geval van
oververhitting.
a) de oorzaak van de storing op-
sporen en mogelijkerwijs ophef-
fen. In het bijzonder controleren
of het gebied rondom de lucht-
toevoer en luchtafvoer vrij zijn
en dat de ventilator regelmatig
draait
b) de schakelaar instellen op
"OFF"
c) enkele minuten wachten zodat
het toestel kan afkoelen
7. Onderhoud
Fig. 2
rooster(1) verwijderen, het filter
uithalen(3), deze met een niet
agressief middel schoonmaken en
laten drogen alvorens deze terug te
plaatsen.
Bij regelmatig gebruik moet het
luchtfilter elke 12 maanden worden
vervangen (4).
Elektroden(fig.3)
Elke 300 draaiuren de elektroden
reinigen, bijstellen of indien nodig
vervangen. De afstanden die in de
onderstaande figuur zijn vermeld
d) de schakelaar opnieuw instellen
op "ON" zoals boven beschre-
ven.
Indien de oorzaak van de storing
niet wordt gevonden het toestel
uitschakelen en zich wenden tot de
Technische Dienst.
Uitschakelen
• De schakelaar instellen op "OFF".
De luchtverhitter niet stopzetten
door de stekker uit het stopcontact
te halen.
moeten hierbij in acht worden ge-
nomen:
Fig. 3
Drukafstelling
De schroefdop op de achterkant
van het toestel losdraaien en een
manometer met een precisie van
minstens 0,02 bar hierop bevesti-
gen. Terwijl de generator draait, de
drukwaarde aflezen en, indien
nodig, met behulp van een schroe-
vedraaier en daarvoor bestemde
schroef deze bijstellen tot het berei-
ken van de nominale waarde.
Type:
Luchtdruk(max)(bar)
23 kW
0,33
28 kW
0,36
43 kW
0,39
25