Grohe Start Eco 23 269 Manual De Instrucciones página 9

Vóór de installatie
Deze kraan van GROHE kunt u in combinatie met een
boiler of een c.v.-ketel gebruiken.
Het werken met lagedrukboilers ( = open
warmwatertoestellen) is niet mogelijk.
Om de kraan correct te kunnen gebruiken, moet de
stromingsdruk tussen 1 en 5 bar liggen.
Bij hogere stromingsdrukwaarden raden wij u aan een
drukreduceerventiel in te bouwen.
Bij het installeren vóór en na de montage de
koud- en warmwaterleidingen doorspoelen
totdat het water geheel helder en schoon is.
Eventuele bezinksels uit de leidingen zouden
anders de kraan verstoppen en het drinkwater
verontreinigen.
Let erop dat u de oppervlakken bij de installatie
niet met het gereedschap beschadigt. Daarom
in geen geval getande tangen gebruiken.
Bij alle inbouwmengkranen mogen achter de
uitgang (mengwaterleiding) geen afsluiters zijn
gemonteerd.
Installatie vooraf, pagina 2
- = Nummer van afbeelding
1 7
Breng in de inbouwwand het gat voor de kraan en de
sleuven voor de buisleidingen aan.
Kraan met een waterpas uitlijnen. De pijlen op de
1
inbouwsjabloon A moeten naar boven wijzen.
Kraan met de inbouwsjabloon B monteren Het
2
afgewerkte wandoppervlak C moet in het gebied X
van de inbouwsjabloon liggen.
Dicht de koud-, warm- en mengwateraanvoerbuizen
3
op basis van uw gehele installatie af. Schroef de
aanvoerbuizen vóór het monteren van de kraan in het
kraanhuis.
- Aanvoerbuizen op de gehele installatie aansluiten.
Maak beslist geen soldeerverbindingen, om te
voorkomen dat ingebouwde pakkingen kunnen
worden beschadigd.
Open de koud- en warmwatertoevoer en
controleer de aansluitingen op lekkages.
- Sluit de koud- en warmwatertoevoer weer af.
- Verwijder de inbouwsjabloon pas nadat alles is
gemonteerd en afgewerkt.
- Bepleister en betegel de wand.
Volumebegrenzer, pagina 2
Deze kraan is voorzien van een kardoes met een
volumebegrenzer. Daardoor is een traploze individuele
doorstroombeperking mogelijk.
In de fabriek wordt de maximale capaciteit afgesteld.
In combinatie met c.v.-ketels met
warmwatervoorziening en geisers is het gebruik
van de doorstroombeperking aan de
warmwaterkant niet aan te raden, i.v.m. de
tapdrempel van de geiser/combiketel.
Verander de capaciteit door de inbusbout met een
4
inbussleutel van 2,5mm te draaien.
Eindassemblage, pagina 2
Schroef de kap D met de pakking erop. Vet de
5
pakking E in. Schuif de rozet F erop en bevestig deze
met de schroeven G.
Als u de rozet niet ver genoeg over kap D kunt
schuiven, moet u een verlengstuk inbouwen, zie
Reserveonderdelen, pagina 1 (46 191 = 25mm
of 46 343 = 50mm). Bij oneffen wandoppervlakken
moet u de bovenrand van de rozet bovendien met
siliconen afdichten.
Steek het isolatiestuk H op de stelhendel van de
6
kardoes en bevestig deze met schroef I.
Schuif de greep J erop, bevestig deze met het losjes
aangebrachte tapeind K en breng de plug L aan.
Bediening van de kraan.
7
Storingen verhelpen, pagina 1
Storing: hoeveelheid water duidelijk minder.
1. Aanvoerdruk niet voldoende:
Voorgeschakelde installatie controleren.
Storing: lekkage in kraanhuis
1. Bevestigingsbouten van de kardoes (46 048) zijn los:
Bevestigingsbouten van kardoes beurtelings
natrekken.
2. Pakkingen op bodem kardoes beschadigd of
verontreinigingen op afdichtvlakken: Koud- en
warmwatertoevoer afsluiten. Afdichtvlakken
controleren en reinigen of kardoes compleet
vervangen.
3. Ontoelaatbare gebruiksomstandigheden, zoals
warmwatertemperatuur boven 80 °C, of drukstoten in
voorgeschakelde installatie: Voor goede
gebruiksomstandigheden zorgen. Indien nodig
kardoes compleet vervangen.
Neem bij eventuele andere storingen contact op met uw
installateur.
Onderhoud en recycling
De aanwijzingen voor de reiniging vindt u in het
bijgaande onderhoudsvoorschrift. De kraan conform de
geldende nationale voorschriften afvoeren.
NL
8