Controleer de kettingspanning na elke
10 minuten gebruik. Stel de ketting af
op een speling van 3 mm.
Smeer de ketting na elke tien minuten gebruik.
Waarschuwing! Raak de ketting niet aan
bij de zaagselafvoer.
Draairichting van de ketting.
Koppel het netsnoer onmiddellijk los van de
netspanning als het netsnoer beschadigd raakt.
Elektrische veiligheid
Dit gereedschap is dubbel geïsoleerd. Een
aardaansluiting is daarom niet noodzakelijk.
Controleer altijd of uw netspanning overeenkomt
met de waarde op het typeplaatje.
Als het netsnoer is beschadigd, moet dit worden
vervangen door de fabrikant of een Black & Decker-
servicecentrum om gevaren te voorkomen.
Een verlengsnoer gebruiken
Gebruik altijd een goedgekeurd verlengsnoer dat
geschikt is voor het ingangsvermogen van deze
machine (zie de technische gegevens). De
verlengkabel moet geschikt zijn voor gebruik
buitenshuis en dient als zodanig te zijn gemarkeerd.
Er kan een HO5VV-F verlengkabel van 1,5 mm² van
maximaal 30 m lang worden gebruik zonder dat
de prestaties van het gereedschap verminderen.
Controleer het verlengsnoer vóór gebruik op tekenen
van beschadiging, slijtage of veroudering. Vervang
het verlengsnoer indien het beschadigd of defect is.
Als u een haspel gebruikt, rolt u het snoer altijd
helemaal af.
Overblijvend risico
Ook als de toepasselijke veiligheidsvoorschriften worden
gevolgd en geschikte veiligheidsmaatregelen worden
genomen, blijven er bepaalde risico's verbonden aan
het gebruik van kettingzagen. Dit zijn:
Risico op letsel door contact met bewegende,
scherpe of hete onderdelen, uitgeworpen zaagafval
en objecten die op de gebruiker, omstanders of
eigendommen vallen.
Risico op letsel door verkeerd gebruik, een val van
een ladder of uit een boom, gebruik onder natte of
gevaarlijke omstandigheden, beschadiging van het
netsnoer, gebruik door jonge of lichamelijk zwakke
mensen, het niet dragen van veiligheidsmiddelen
of geschikte kleding of het inademen van zaagsel.
De hierboven genoemde risico's zijn kenbaar gemaakt door
waarschuwingen in de veiligheidsinstructies en/of symbolen
op het gereedschap.
De in deze handleiding vermelde trillingswaarde is in
overeenstemming met de gestandaardiseerde test voor
EN 60745. De gebruiker dient zichzelf niet gedurende
langere perioden bloot te stellen aan hoge trillingswaarden.
De trillingswaarden van dit gereedschap liggen onder de
5 m/s en voldoen aan de limieten van 2002/44/EG voor
onafgebroken gebruik gedurende een werkdag van 8 uur.
De werkelijke gebruiksomstandigheden kunnen variëren en
mogelijk resulteren in hogere trillingswaarden dan gemeten
bij de gestandaardiseerde test.
Onderdelen
1. Bovenkaak
2. Onderkaak
3. Kettingzwaard
4. Smeerpuntafdekking
5. Aan/uit-schakelaars
6. Zaagselafvoer
Afstelling kettingspanning (fig. A en B)
Waarschuwing! Schakel het gereedschap uit en koppel
het netsnoer los alvorens de ketting of andere onderdelen
af te stellen.
Waarschuwing! Het kettingzwaard en de ketting kunnen na
gebruik heet zijn. Laat deze onderdelen afkoelen alvorens
ze af te stellen.
Het product wordt volledig gemonteerd geleverd. Niettemin
wordt aanbevolen de kettingspanning (12) en kettingbouten
voor gebruik te controleren en zo nodig af te stellen.
De kettingspanning controleren en afstellen (fig. A)
Draai de twee kettingmoeren (7) los met de sleutel (9)
om de ketting te spannen (12). De kettingspanner drukt
nu het kettingzwaard (3) naar voren, waardoor de juiste
kettingspanning wordt ingesteld. Draai de twee
kettingmoeren (7) weer stevig vast.
Controleer of de juiste spanning is ingesteld door
licht aan de ketting (12) te trekken. De spanning is
juist als de ketting terugspringt nadat u deze 3 mm van
het zwaard (3) af hebt getrokken. De ketting mag aan
de onderzijde van het kettingzwaard niet doorhangen.
NEDERLANDS
41