toets. Wanneer u op de [ 2ndF ] toets drukt, zal de "2ndF " indicator op
het beeldscherm verschijnen om u te verwittigen dat u de tweede functie
gaat selecteren van de volgende toets die u indrukt. Indien u per ongeluk
op de [ 2ndF ] toets drukt, druk dan nogmaals op de [ 2ndF ] toets om de
" 2ndF " indicator te laten verdwijnen.
(Opmerking):[A], [B], [C], [D], [E], [F] zijn 1 st functies in de HEX modus.
Statusindicatoren
De volgende indicators verschijnen op het beeldscherm om de huidige
status van de rekenmachine aan te geven.
DEG of RAD of GRAD : hoekeenheid
M
: Onafhankelijk geheugen
E
: Overflow / foutmelding
─
: minus
( )
: Bewerking met haakjes
BIN : Binaire modus
OCT : Octale modus
HEX : Hexadecimale modus
ED : Bewerkingmodus
HYP : Hyperbolische modus
Weergaveformaten
De rekenmachine kan getallen in vier formaten weergeven: drijvende
komma, vaste komma, wetenschappelijk, en technisch (engineering).
Drijvende komma weergaveformaat
Het drijvende komma formaat toont getallen in de decimale vorm en
gebruikt maximaal 10 cijfers. Afsluitende nullen zullen afgekapt worden.
Indien een resultaat te groot is om door 10 cijfers voorgesteld te worden,
dan zal het beeldscherm automatisch overschakelen naar het
wetenschappelijke formaat. Indien het resultaat van latere bewerkingen
klein genoeg is om in 10 cijfers weergegeven te worden, dan zal de
rekenmachine terug overschakelen naar het drijvende komma formaat.
(B.v.): Stel het beeldscherm in op het Drijvende komma
weergaveformaat.
Druk op [ 2ndF ] [ TAB ] [ ● ]
Vaste komma weergaveformaat
Het vaste komma, wetenschappelijke en het technische formaat
gebruiken een vast aantal decimale plaatsen om getallen weer te
geven. Indien u getal invoert dat het aantal geselecteerde decimale
plaatsen overschrijdt, dan zal het getal afgerond worden op het
ingestelde aantal decimale plaatsen.
(B.v.): Stel het beeldscherm in op 2 decimale plaatsen, en toets
vervolgens 3.256 in.
SR-260N_Dutch_v090325.doc
SIZE: 135x75mm
CPLX : Complexe getalmodus
STAT : Statistische modus
2ndF : De [2ndF] toets werd
ingedrukt
CP
: Begrenzingprecisie
CPK : Procesbegrenzing
: Afwijking
σ
USL :
Bovenste grenswaarde instellen
LSL
:
Onderste grenswaarde instellen
DEG
D3
/ SCALE 2:1 / 2009/3/25
0.