NL
NL
Productbeschrijving
1
Schacht koppelstuk
2
Gashendel
3
Ontstekingsschakelaar
4
Veiligheidsschakelaar
5
Gebogen handgreep
6
Schouderriem
7
Hoofdhandvat
8
Trekkoord starter
9
Brandstoftankdop
10
Choke hendel
11
Stelschroef stationair draaien
12
Blad beschermkap
13
As
Het uitpakken van uw
gereedschap
De as monteren
• Pak uw toestel / gereedschap uit. Inspecteer het en zorg dat u met alle
kenmerken en functies vertrouwd raakt.
• Controleer of alle onderdelen aanwezig zijn en in goede staat verkeren.
Als er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn, zorg dan dat deze
vervangen worden voor u dit toestel / gereedschap gebruikt.
Samenstellen van de bosmaaier
• Controleer of alle onderdelen van de bosmaaier aanwezig en
onbeschadigd zijn. Als er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn,
vervang deze alvorens het werktuig in gebruik te nemen
De schacht bevestigen
• Draai de vergrendelknop los.
• Schuif de schacht in het koppelstuk (1) en controleer of de
samengestelde schacht volledig vastzit.
• Draai de vergrendelknop van het koppelstuk vast en controleer of de
schacht volledig vastzit en er niet uit kan vallen.
De bladbeschermkap monteren
• Bevestig de beschermkap (12) met behulp van de inbegrepen bouten
op de schacht.
De handgreep monteren
• Bevestig de handgreep (5) met behulp van de inbegrepen bouten op de
bosmaaier.
De haspel monteren
LET OP: De haspel wordt met een linkse schroefdraad op de spil
gemonteerd.
1. Verwijderen de mesbus en de borgmoer.
2. Zet de spil vast door een inbussleutel door het richtgat op de
spindelbehuizing te steken.
3. Draai de haspel met de hand vast – draai de haspel niet te strak vast.
LET OP: De haspel hoeft niet met een werktuig vastgedraaid te worden.
Het snijmes monteren
1. Zet de spil vast door een inbussleutel door het richtgat op de
spindelbehuizing te steken.
2. Draai de borgmoer rechtsom los (linkse schroefdraad).
3. Plaats het snijmes op de spilbus. Zorg hierbij dat de
draairichting van het mes overeenkomt met de draairichting van de
as.
4. Draai de borgmoer linksom vast.
36
36
Voor Gebruik
WAARSCHUWING: Zorg er tijdens het gebruik en vullen van het
gereedschap voor dat een brandblusser binnen handbereik is. Denk tevens
aan de vlam bare materialen die u mogelijk tijdens gebruik tegen komt als
droge bladeren.
Brandstof bijvullen
• Vul de tank op een veilige plek, uit de buurt van de werkplek en van
hitte- of ontstekingsbronnen bij. Contact met de brandstof vermijden.
NIET ROKEN.
• Pas wanneer de motor stilstaat en volledig afgekoeld is brandstof
bijvullen.
• Brandstof hoort vooraf gemengd worden, niet in de brandstoftank.
Meng slechts de benodigde hoeveelheid brandstof. Gebruik 40 delen
loodvrije benzine per deel tweetaktolie (op synthetische) basis. Gebruik
authentieke tweetaktolie.
LET OP: Voor de eerste 5-10 vullingen is het gebruik van een 25:1
brandstof/olie verhouding aangeraden.
• Zorg ervoor dat gemorste brandstof volgens lokale wetten en regulaties
schoongemaakt en ontdaan word.
• Plaats de bosmaaier uit de buurt van de bijvulplek alvorens de motor
te starten.
• Bewaar brandstof uit de buurt van de werkplek.
LET OP: Brandstof octaan vermindert na verloop van tijd wat leidt tot
moeilijk starten van en mogelijke schade aan de motor. Berg brandstof niet
voor langer dan 2 maanden op.
De motor starten.
WAARSCHUWING: Deze bosmaaier geeft vanaf het moment dat hij wordt
gestart gassen af. Probeer de motor nooit binnenshuis of in een besloten
ruimte te starten. Draag de geschikte veiligheidsuitrusting tijdens het
gebruik van de bosmaaier – Zie bosmaaier veiligheid.
1. Zet de bosmaaier op de grond neer. Zorg er hierbij voor dat de haspel
geen contact maakt met een voorwerp.
2. Knijp de vulballon in tot deze gevuld is met brandstof. Deze bevindt
zich vlak boven de brandstoftank aan de onderzijde
chokebehuizing.
3. Zet de chokehendel (10) op de 'OFF' (uit) stand (Als de motor reeds
warm is, zet u de chokehendel op de 'ON' (aan) stand).
4. Stel de ontstekingsschakelaar (3) op 'I'.
5. Druk het hoofdhandvat (7) naar beneden om de bosmaaier te
stabiliseren. Pak de trekkoord starter (8) vast en trek zachtjes
om het koord strak te spannen.
6. Trek hard aan het koord om de motor te starten. Wikkel
startkoord niet om de hand, geleid het koord terug in de
behuizing.
7. Na een aantal keer trekken hoort de motor te starten. Knijp de
gashendel (2) in om de motor te versnellen.
8. Wanneer de motor warmloopt, zet u de chokehendel (10)
'ON' stand. Door zijn formaat komt de motor snel op
temperatuur, en dus is de choke niet lang nodig.
LET OP! Als het klinkt alsof de motor zal afslaan, zet u de choke in de 'ON'
stand en knijpt u de gashendel tot halverwege in.
LET OP! Als de motor moeilijk start, knijpt u de gashendel tot halverwege in
en trekt u tegelijkertijd aan de trekkoord starter.
De motor uit zetten
1. Laat de gashendel (2) los zodat de motor traag loopt.
2. Zet de ontstekingsschakelaar (3) op 'O' waardoor de motor stopt.
WAARSCHUWING: De haspel en het snijmes draaien na het stoppen van de
motor nog enkele seconden door. Laat deze zelf tot stilstand komen.
Motor aanpassingen
• Juist afgesteld, hoort de motor soepel te lopen en te versnellen. Het
snijmes en de haspel horen niet te bewegen terwijl de motor traag loopt.
• Om de motor sneller te laten lopen, draait u de stelschroef (11) rechtsom.
• Om de motor langzamer te laten lopen, draait u de stelschroef linksom.
van de
het
in de