MST Intertip Instrucciones De Uso página 32

WAARSCHUWING: Wees voorzichtig bij het uitvoeren van de volgende
stap. De aspiratiecannula van sommige tips is uiterst delicaat, en hanter-
ing ervan kan de tip beschadigen.
5. Met het vacuüm van het systeem op meer dan 400 mmHg ingesteld,
simuleer een occlusie van de aspiratiepoort door de poort bij de tip
met de hand (met handschoen) te blokkeren. Activeer het vacuüm
en bevestig dat het vacuümniveau tot binnen 50 mmHg van de
systeeminstelling stijgt. Controleer op lekken of luchtbellen in de
aspiratielijn terwijl het vacuüm actief is.
WAARSCHUWING: Gebruik de handgreep of de tip niet als er zich
problemen voordoen. Raadpleeg het gedeelte voor probleemoplossing
of neem contact op met MicroSurgical Technology.
REINIGING
VOORZICHTIG: Verkeerde of onvoldoende reiniging kan ertoe leiden
dat deeltjes aan het instrument blijven zitten en in het operatiegebied
terechtkomen. Bovendien kunnen de functionaliteit en levensduur
achteruitgaan.
Het aanbevolen reinigingsproces voor het Intertip- en Intertip-T™ systeem
is als volgt:
1. TIJDENS DE PROCEDURE
De I/A-tips en handstukken moeten onmiddellijk na gebruik in gedis-
tilleerd worden geweekt.
2. REINIGING NA PROCEDURE
Reinig de instrumenten grondig volgens de volgende procedure:
1. Spuit beide lumen van de handgreep (met bevestigde tip, zonder huls)
drie keer door met 10 cc gedeïoniseerd water.
2. Spoel alle instrumenten in schoon gedeïoniseerd water.
3. Verwijder indien van toepassing de tip.
4. Reinig het apparaat gedurende drie minuten met ultrasone trillingen in
schoon gedeïoniseerd water.
5. Bevestig indien van toepassing de tip opnieuw.
6. Spuit drie keer 10 cc lucht door beide lumen van de handgreep met
bevestigde tip.
7. Droog het apparaat met een schone, niet-pluizende doek
8. Controleer visueel of de instrumenten schoon zijn. Herhaal indien nodig
de stappen om zichtbaar vuil te verwijderen.
VOORZICHTIG: Tijdens het reinigen en steriliseren moeten de Intertip- en
Intertip-T™-tippen en handgreep uit de buurt van andere instrumenten
worden gehouden en/of tegen andere instrumenten worden beschermd
om schade door incidenteel contact te voorkomen.
31