5
Alarmfunctie
5.1
Alarminstelling
vooraf
5.2
Alarmtoon en –
melding
Afb. 5: Melding bij alarm
De gebruiker kan twee alarmgrenzen voor het
CO
-gehalte instellen:
2
1. Bovengrens, waarbij overschrijding ervan
ventilatie nodig is.
2. Ondergrens, waarbij de ventilatie af moet
worden gezet.
•
Voer de instellingen uit volgens punt 7.4 van
deze bedieningshandleiding.
Zodra het gemeten CO
ingestelde waarde overschrijdt, klinkt er een
alarmtoon (80 dB) en er knippert een ventilator-
icoon in het display.
Om de alarmtoon te stoppen drukt u op een
•
willekeurige toets. De ventilator-icoon knippert
verder in het display.
De alarmtoon stopt automatisch, zodra het CO
gehalte beneden de onderste waarde daalt.
Houd de RESET-toets langer dan een
•
seconde lang ingedrukt, om de alarmtoon na
het uitschakelen weer te activeren.
De alarmtoon wordt automatisch geactiveerd, als
de CO
-waarde beneden de ondergrens daalt en
2
dan weer boven de bovengrens stijgt.
-gehalte een vooraf
2
Inhoud
NL
-
2
137