Nederlands
3. Aanvullende
veiligheidsvoorschriften
Lees deze handleiding zorgvuldig
door en gebruik het apparaat alleen
zoals uitgelegd in deze handleiding.
• De pomp is ontworpen voor het pom-
pen van schoon water. De pomp is niet
bedoeld voor het leveren van zout water,
bijtende, licht ontvlambare of explosieve
vloeistoffen (bijvoorbeeld benzine,
paraffine, verdunners), uitwerpselen,
olie, verwarmingsolie of
voedingsmiddelen.
• Gebruik de pomp niet voor het afleveren
van vaste stoffen. Grind, zand en derge-
lijke kunnen de pomp beschadigen.
• Zorg ervoor dat de temperatuur van het
te leveren water niet hoger is dan 35 °C.
• Gebruik de pomp niet langdurig zonder
toezicht.
• Vervang het snoer niet en repareer deze
niet. Het is niet toegestaan om het
snoer te wijzigen door een schakelaar
of iets dergelijks te installeren.
• Knijp of krimp het snoer op geen enkele
manier.
• Gebruik het snoer niet om de pomp
ermee op te tillen of te vervoeren.
• Hang de pomp niet op aan het snoer.
• Bescherm de pomp tegen bevriezing.
• Laat de pomp niet drooglopen. Houd de
pomp tijdens bedrijf altijd volledig
ondergedompeld in het water.
• Verwijder de accu uit de pomp als u
deze schoonmaakt of niet gebruikt voor
een langere periode.
• Als de pomp zelf of het snoer bescha-
digd raakt, gebruik de pomp dan niet en
laat deze door een vakman repareren of
neem contact op met de Batavia klan-
tenservice. Demonteer het apparaat
niet en probeer het zelf niet te
repareren.
• Wees extra voorzichtig met het appa-
raat. Laat het niet op een hard opper-
vlak vallen en stel het niet bloot aan
druk of enige andere vorm van mecha-
nische belasting. Houd het apparaat uit
de buurt van extreme hitte of kou.
28
• Bewaar het apparaat binnen en op een
koele en droge plaats.
4. Veiligheidsopmerkingen voor de
batterij, de voeding en de
oplader
• Controleer of de netspanning overeen-
komt met de spanning die op het type-
plaatje wordt weergegeven. Sluit de
oplader alleen aan op een
100 – 240 VAC stopcontact.
• Gebruik alleen de batterij en oplader die
met de waterpomp worden
meegeleverd.
• Houd de batterij, indien deze niet in de
waterpomp is geplaatst en niet wordt
gebruikt, uit de buurt van metalen
objecten zoals paperclips, munten,
sleutels, spijkers en dergelijken, deze
kunnen de terminals laten kortsluiten.
• Wanneer er sprake is van onjuist
gebruik, kan er vloeistof uit de batterij
lekken. Vermijd contact met deze vloei-
stof. Was de huid met water. Als er con-
tact met de ogen is geweest, raadpleeg
dan onmiddellijk een dokter.
• Een defecte of versleten batterij moet
worden weggegooid in overeenstem-
ming met de relevante regelgeving.
• Laat de batterij niet onder water onder-
dompelen en verbrand de batterij niet.
Er is explosiegevaar!
• Vervang de defecte batterij onmiddellijk
(bijv. een defecte behuizing).
• De batterij is speciaal ontworpen voor
gebruik met de waterpomp. Gebruik
deze niet met andere apparaten. Laad
de batterij niet op met andere soorten
opladers.
• Als de oplader niet in gebruik is, koppelt
u deze los van de voeding. Koppel de
oplader ook los tijdens het reinigen of
onderhoud van de oplader of de batterij.
• U mag de batterij alleen opladen,
gebruiken en opbergen bij een kamer-
temperatuur tussen de 10 °C en 40 °C.
• Bescherm de batterij en oplader tegen
vochtigheid. Gebruik de oplader niet
buitenshuis.