13.4. Dosering
Houd u aan de instructies van de fabrikant van de wasmiddelen.
Een verkeerde dosering kan gevolgen hebben:
Te weinig wasmiddel:
– Het wasgoed wordt grauw.
– Er ontstaan vetklompen. Er treedt verkalking op.
Te veel wasmiddel:
– Sterke schuimvorming.
– Het wassen is weinig effectief, het wasmiddel wordt niet goed uit het was-
goed uitgespoeld.
13.5. Vervuiling
13.5.1. Hardnekkige vlekken
Behandel het wasgoed bij hardnekkige vlekken vóór het wassen met een vlekver-
wijderaar.
13.5.2. Sterke vervuiling
Was bij sterke vervuiling in meerdere kleinere hoeveelheden.
Voeg iets meer wasmiddel toe dan aanbevolen.
Na het wassen van wasgoed dat erg vervuild is (bijvoorbeeld werkkleding) of
van textiel dat vezels verliest, is het raadzaam om een wasprogramma zonder
wasgoed te laten draaien op 60 °C om de machine schoon te spoelen.
13.5.3. Lichte vervuiling
Gebruik een wasprogramma dat geschikt is voor kleine hoeveelheden minder
vervuilde was
bijv. Colours 15°.
Door korte programma's te kiezen verbruikt u minder stroom en water.
13.6. Waterhardheid
Hard water veroorzaakt kalkafzetting in wasmachines.
Neem voor informatie over de waterhardheid contact op met het waterleidingbe-
drijf bij u in de buurt. Er wordt geadviseerd om bij elke wasbeurt een wateronthar-
der te gebruiken.
13.7. Wegvallen van de spanning
Bij net- of spanningsuitval na het herinschakelen van de spanning moet het pro-
gramma opnieuw ingesteld en gestart worden. Open de wasmachinedeur niet wan-
neer de spanning is uitgevallen.
140