78 | Nederlands
Neem de afvalverwijderingsvoorschriften in acht.
Montage
Neem altijd de accu uit het product voor werkzaamhe-
u
den aan het product (zoals het uitvoeren van onder-
houd en het wisselen van inzetgereedschap) en voor
het vervoeren en opbergen van het product. Er bestaat
letselgevaar bij onbedoeld bedienen van de aan/uit-scha-
kelaar met de vergrendelknop.
Product in elkaar zetten (zie afbeeldingen C en
E)
Verbind de kop van de snoeizaag en de telescopische greep
zodanig dat ze goed op elkaar aansluiten en borg de verbin-
ding door te draaien aan het verbindingsstuk(6). Controleer
dat beide delen correct gemonteerd en vergrendeld zijn.
Bevestig de draagriem (11) aan de draagriemlussen (10)/
(13) van de handgrepen. De draagriem heeft twee haken
van verschillende grootte. Bevestig de grote haak (20) aan
de draagriemlus van de achterste greep (13) en de kleine
haak (19) aan de draagriemlus van de voorste greep (10).
Verwijder de zaagkettingbescherming.
Hoogte van telescopische greep instellen (zie
afbeelding F)
Draai de hoogte-instelling van de telescopische greep (8)
los, stel de telescopische buis (7) in op de gewenste lengte
en draai de hoogte-instelling van de telescopische greep (8)
weer vast.
Naargelang de toepassing kan de telescopische buis (7)
worden versteld over een lengte van 2,1 m tot 2,6 m.
Zwenkkop instellen (zie afbeelding H)
Druk tegelijkertijd op de beide insteltoetsen (4), stel de
zwenkkop in op de gewenste stand door omhoog en omlaag
bewegen van de kop van de snoeizaag, laat de
insteltoetsen (4) los en controleer dat de kop van de snoei-
zaag juist vergrendeld is.
De zwenkkop kan in 9 verschillende standen vergrendeld
worden.
Spannen van de zaagketting (zie afbeelding J)
Controleer de kettingspanning vóór het begin van de werk-
zaamheden, na de eerste keren zagen en tijdens het zagen
regelmatig elke 10 minuten. In het bijzonder bij nieuwe zaag-
kettingen moet in het begin met verslapping worden gere-
kend.
Span de zaagketting altijd wanneer deze koud is. Het span-
nen van een hete zaagketting kan tot overspanning van de
ketting leiden.
– De zaagketting (1) is juist gespannen wanneer deze in het
midden ca. 2–3 mm kan worden opgetild. Dit moet met
één hand gebeuren door het omhoogtrekken van de zaag-
ketting tegen het eigen gewicht van de kettingzaag.
F 016 L94 061 | (23.12.2020)
– Voor de instelling van de kettingspanning draait u de
zaagkettingspanschroef (5) met de inbussleutel in de
richting van de wijzers van de klok (hogere kettingspan-
ning) of tegen de richting van de wijzers van de klok (lage-
re kettingspanning).
Zaagkettingsmering (zie afbeelding I)
Opmerking: De snoeizaag met lange steel wordt niet met
zaagkettinghechtolie gevuld geleverd. Het is belangrijk om
deze vóór gebruik met olie te vullen. Het gebruik van de
snoeizaag met lange steel zonder zaagkettinghechtolie of bij
een oliepeil onder de minimummarkering leidt tot beschadi-
ging van de snoeizaag.
De levensduur en de zaagcapaciteit van de zaagketting hangt
af van de optimale smering. Daarom wordt de zaagketting tij-
dens het gebruik door middel van de oliesproeier met zaag-
kettinghechtolie gesmeerd.
Ga als volgt te werk om de olietank te vullen:
– Plaats de snoeizaag met lange steel met de
olietankdop (3) naar boven op een geschikte onder-
grond.
– Maak de plek rond de olietankdop (3) schoon met een
doek en verwijder de dop.
– Vul de olietank met biologisch afbreekbare Bosch-zaag-
kettingolie. Het gebruik van niet-goedgekeurde olie kan
de prestaties van het oliesysteem aantasten.
– Let erop dat er geen vuil in de olietank terechtkomt.
– Schroef de olietankdop weer vast. Verwijder op het pro-
duct gemorste olie met een doek.
– Zorg ervoor dat de olietankdop niet te strak wordt aange-
draaid.
– Laat de snoeizaag gedurende 30 seconden lopen om de
olie in het systeem te pompen.
Opmerking: Voor de ventilatie van de olietank bevinden zich
kleine luchtkanalen in de olietankdop. Om uitlopen te voor-
komen, zet u de snoeizaag met lange steel wanneer deze niet
wordt gebruikt altijd horizontaal met de olietankdop (3) naar
boven neer.
Opmerking: De olie wordt bij lagere temperaturen taaivloei-
baar, waardoor de oliedoorvoer wordt verminderd.
Zaagketting vervangen (zie afbeeldingen K en L)
Draag werkhandschoenen bij het hanteren van de
u
zaagketting.
Gebruik alleen een door Bosch goedgekeurd zwaard
u
met geleidebescherming.
Draai de twee schroeven van de afdekking (22) los en ver-
wijder de afdekking.
Til de zaagketting (1) en het zwaard (2) van het
kettingwiel (23).
Neem de stompe zaagketting (1) van het zwaard (2) en voer
deze volgens de voorschriften af.
Leg de nieuwe zaagketting in de rondlopende groef van het
zwaard. Let daarbij op de juiste looprichting. Vergelijk daar-
voor de zaagketting met het looprichtingsymbool op het
zwaard.
Bosch Power Tools