9.2 Continue meting
Zie de schets J:
De functie dient om afstanden af te staan.
De toets 4 lang ingedrukt houden.
De continue meting start.
De toets 4 kortstondig ingedrukt houden.
De continue meting stopt.
De laatst gemeten waarde verschijnt in de hoofdregel.
10 Functies
10.1 Optellen/aftrekken
Optellen:
De 1ste afstand meten.
De toets 5 1x indrukken.
Het toestel telt de 2de meting bij de 1ste meting op.
De 2de afstand meten.
Aftrekken:
De 1ste afstand meten.
De toets 9 1x indrukken.
Het toestel trekt de 2de meting van de 1ste meting af.
De 2de afstand meten.
Indien nodig, herhalen. Het toestel toont het resultaat in de hoofdregel, en de voorgaande
waarde in de tweede regel.
10.2 Oppervlak
Zie de schets I:
De toets 6 1x indrukken.
Het oppervlaksymbool verschijnt in het display.
De toets 4 indrukken en het eerste traject meten (bijvoorbeeld lengte).
De toets 4 indrukken en het tweede traject meten (bijvoorbeeld breedte).
Het toestel toont het resultaat in de hoofdregel, en het gemeten traject tot de volgende meting
in de tweede regel.
63/70