mond. Door extreem lage temperaturen kunnen er brand-
wonden ontstaan.
De voet, laden, deuren etc. zijn niet geschikt om op te staan
of te steunen.
Als het apparaat langere tijd wordt blootgesteld aan temperatu-
ren die lager zijn dan de ondergrens van het temperatuurbereik
waarop het is berekend (onder de 16°C), is het mogelijk dat het
niet goed werkt (mogelijk ontdooien de in het apparaat bewaar-
de producten gedeeltelijk of stijgt de temperatuur in de vries-
ruimte).
Bij stroomuitval of als het apparaat uitgeschakeld is, kunnen de
daarin opgeslagen levensmiddelen geheel of gedeeltelijk ont-
dooien. Er bestaat gevaar voor voedselvergiftiging.
Controleer na een eventuele stroomstoring visueel of aan de
hand van de geur of de levensmiddelen nog bruikbaar zijn.
Na een stroomstoring moeten ingevroren levensmiddelen die
zichtbaar geheel of gedeeltelijk zijn ontdooid, worden weg-
gegooid.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet
opnieuw in.
Haal bij uitschakeling van het apparaat, ook als dit niet lang
duurt, de ingevroren levensmiddelen uit het apparaat en be-
waar deze op een voldoende koele plaats.
3.5. Reiniging en onderhoud
GEVAAR!
Gevaar voor elektrische schokken!
Er bestaat gevaar voor een elektrische schok door on-
derdelen die onder spanning staan.
Trek voordat u reinigings- of onderhoudswerkzaamheden
gaat uitvoeren, altijd eerst de stekker uit het stopcontact (trek
niet aan het netsnoer, maar aan de stekker). Als de stekker
zich buiten uw bereik bevindt, moet u in de meterkast de be-
treffende zekering uitschakelen.
DE
FR
NL
ES
IT
81