Bedienen Van De Regelaar - Bosch Thermotechnik JUNKERS TA 210 E Manual Del Usuario

De volgende kabeldiameters moeten wor-
den gebruikt:
• Van regelapparaat naar buitensensor:
Lengte tot 20 m
Lengte tot 30 m
Lengte meer dan 30 m
• Van regelapparaat naar
afstandsbediening
Alle leidingen met 24 V (meetstroom) moe-
ten gescheiden worden geïnstalleerd van lei-
dingen met 230 of 400 V, zodat geen induc-
tieve beïnvloeding kan plaatsvinden (mini-
mumafstand 100 mm).
Wanneer kans op inductieve externe invloe-
den bestaat, bijvoorbeeld door sterkstroom-
kabels, bovenleidingen, transformatorhuisjes
e.d., moeten de meetstroomkabels worden
afgeschermd.
Op de buitentemperatuursensor (afb.
verwijdert u het deksel (Af
de kabel door de schroefverbinding (Af
sluit u deze aan op de beide klemmen (Af
In ketelthermen wordt de buitentemperatu-
ursensor AF op de stekker ST 2 op de
klemmen A en F aangesloten (afbeeldingen
, en ). De afstandsbediening (indi-
12 13 14
en voorhanden) sluit u eveneens aan op de
stekker ST 2 op de klemmen 1, 3 en 4. Het
aansluitschema vindt u voor de TW 2 in af-
beelding en voor TFQ 2 T, TFQ 2 W en
13
TFP 3 in afbeelding
In verwarmingsketels wordt de buitentem-
peratuursensor AF op de stekker ST 10 van
de aansluitmodule aangesloten (afbeeldin-
gen 15 , 16 en 17 ). De afstandsbediening
(indien voorhanden) sluit u aan op de stek-
ker ST 9. Het aansluitschema vindt u voor
de TW 2 in afbeelding
TFQ 2 W en TFP 3 in afbeelding
8

Bedienen van de regelaar

(afbeelding
8.1 Grenstemperatuur voor
automatische verwar-
mingsuitschakeling (a)
Met deze stelknop kan worden bepaald bij
welke buitentemperatuur (15 tot 25 °C) de
verwarming (brander en circulatiepomp) au-
tomatisch worden uit- of ingeschakeld.
28
min. 0,75 mm
min. 1,0 mm
1,5 mm
1,5 mm
en Af ), leidt u
c b
d
14 .
15 en voor TFQ 2 T,
17 .
)
1
Voorbeeld: In stand "20" wordt de verwar-
ming bij buitentemperaturen boven + 20 °C
uitgeschakeld, bij temperaturen onder
+19 °C automatisch weer ingeschakeld.
2
2
De instelwaarde kan door de gebruiker van
2
de installatie zelf worden bepaald. In de fa-
brieksinstelling ∞ is deze functie niet actief.
2
Het verwarmen kan bij elke buitentemperatu-
ur worden gestart, ook bij ingebruikneming
van de installatie midden in de zomer.
8.2
Met deze schakelaar kunt u de volgende vijf
functies kiezen:
Bescherming tegen vorst: Bij buiten-
temperaturen boven + 4 °C worden de
brander en de circulatiepomp uitgescha-
11 )
keld. Bij buitentemperaturen onder + 3 °C
wordt het verwarmingsapparaat ingesteld
) en
op de minimumtemperatuur. Deze be-
).
draagt bij ketelthermen 10 °C. Bij verwar-
e
mingsketels vindt u de minimumtempera-
tuur in het bij het apparaat horende instal-
latievoorschrift. De circulatiepomp loopt.
Tip
wanneer de ruimtetemperatuur aanzi-
enlijk mag dalen (denk om kamerplan-
ten en huisdieren).
Verlaagde temperatuur: De aanvoer-
temperatuur wordt ten opzichte van de
verwarmingscurve verlaagd met de op
de instelknop (d) ingestelde waarde.
De schakelklok is zonder functie.
Tip
temperatuur niet te sterk mag dalen.
Normale functie en bescherming te-
gen vorst: Automatische wisseling tus-
sen normale functie en bescherming te-
gen vorst volgens de programmering
van de schakelklok.
Tip
goed is en daardoor snel afkoelen
wordt voorkomen. Bij uitgeschakelde
functie (bijvoorbeeld gedurende de
nacht) zijn brander en pomp bij buiten-
temperaturen boven ca. +3 °C uitge-
schakeld.
Functieschakelaar (b)
Kies deze stand in de zomer en
tijdens uw wintervakantie,
Kies deze stand tijdens uw win-
tervakantie wanneer de ruimte-
Kies deze functie wanneer de
warmte-isolatie van uw huis
TA 210 E