De rode diode (nr. 6) knippert als indicatie dat de instelbare code van de
zender is opgeslagen.
Instelbare code en vaste afzonderlijke code
1. Selecteer met de functieknop de programmaoptie "Zelfinstructie van
code" (RODE diode).
2. Bevestig uw keuze met de selectieknop. De rode diodes boven de relais
gaan branden.
3. U kunt met de functieknop naar het relais/de relais gaan die moet(en)
worden gecodeerd.
- Wanneer u een specifiek relais selecteert, wordt dit tijdens de
instructie door de zenderknop ingesteld.
- Wanneer alle relais zijn geselecteerd, werkt het systeem op de
normale wijze. De eerste knop van de zender bedient dan relais 1, knop
2 relais 2 enzovoort.
4. Bevestig dat de instelbare code en de vaste afzonderlijke code als volgt
moeten worden geprogrammeerd:
- Druk de selectieknop in en laat deze na 0,3 - 4 seconden los.
- Druk de selectieknop binnen 1 seconde in en houd deze minimaal 1
seconde ingedrukt.
5. Programmeer de code van de zender door de relevante zenderknop
ingedrukt te houden totdat rode diode nr. 6 drie keer knippert.
De RODE diode (nr. 6) knippert om aan te duiden dat de instelbare en
vaste afzonderlijke code van de zender zijn opgeslagen.
Codes wissen
1. Selecteer de programmaoptie "Zelfinstructie van code" (RODE diode).
2. Bevestig uw keuze met de selectieknop. De rode diodes boven de relais
gaan branden.
3. Met de functieknop kunt u naar het relais/de relais gaan die moet(en)
worden gewist.
4. Houd de selectieknop ingedrukt totdat de diode(s) boven de relais
uitgaat/uitgaan (minimaal 6 seconden).
75