Nat-/droogindicator
12
Naast de meetwaarde wordt door de nat-/droogindicator een vocht-
beoordeling op het display weergegeven.De indicator is afgestemd op
de in het meettoestel opgeslagen materiaalkarakteristieken (A, B, C; 01,
02, 03, 04). Deze analyse is onderverdeeld in 5 niveaus en vereenvoudigt
de beoordeling van het gemeten materiaal. De weergave dient als
richtwaarde en vormt geen de nitieve beoordeling.
13
Indexmodus
De indexmodus is bedoeld voor het snel opsporen van vocht door mid-
del van vergelijkende metingen, zonder de directe uitvoer van het ma-
teriaalvocht in %. De uitgegeven waarde (0 t/m 1.000) is een indicatieve
waarde die stijgt bij toenemend materiaalvocht. De metingen die in de
indexmodus worden uitgevoerd, zijn materiaalonafhankelijk resp. voor
materialen bedoeld waarvoor geen karakteristieken zijn opgeslagen. Bij
sterk afwijkende waarden binnen de vergelijkende metingen kan een
vochtverloop in het materiaal snel worden gelokaliseerd.
Naast de in het meettoestel geïntegreerde karakteristieken kunnen met
behulp van de indexmodus verdere bouwmaterialen (05 - 19) worden
gemeten (zie tabel rechts). Als basis hiervoor dient de weergegeven
waarde (0 t/m 1.000). Activeer de indexmodus van uw meettoestel (stap
13b). Voor de bepaling van het vochtgehalte van een bouwmateriaal
bepaalt u eerst onder welk materiaalnummer het te meten bouwmateri-
aal staat. Daarna wordt de gemeten waarde op de weergegeven schaal
van het meetapparaat in de indexmodus afgelezen. Bepaal vervolgens
de waarde van het dienovereenkomstige materiaalnummer in de tabel.
Wanneer deze waarde donkergrijs gemarkeerd is, kan het materiaal
worden geclassi ceerd als "nat", bij waarden zonder gekleurde marke-
ring als "droog".
Programmeerbare nat-/droogindicator in de indexmodus
14
De nat-/droogindicator kan naast de reeds gede nieerde waarden speciaal voor de indexmodus worden gepro-
grammeerd. Op deze wijze kan de drempelwaarde voor "dry" en "wet" opnieuw worden vastgelegd (zie pijlen).
26
NL
1x
MODE
1 sec
2x
MODE
2x
13b
MODE
+
–
+
–