7 GEBRUIK IN "LIMIT"-MODUS
Invoer van toegestane afwijkingen.Acceptatiebereik
Vewerken en afdrukken van de metingen.Histogram.
NEW DATA
MEMO
U.LT
8,20
L.LT
7.80
N°
VALUE
1
7,96
2
8,03
3
8,09
4
7,93
5
8,01
6
8,06
7
7,96
CANCEL
7
7,98
8
7,88
9
7,94
10
8,11
21
8,88
22
7,97
23
7,64
STATISTICS
N
23
MAX
8,32
MIN
7,71
R
0,61
X
7,9948 M
∆
0,0974 M
s
0,0982 M
-3∆
7,7026 M
+3∆
8,2870 M
L.LT
7,80
U.LT
8,20
-NG
1
+NG
2
P
5,00
Cp
0,684
Cpk
0,666
Cm
0,513
Cmk
0,499
1 - Printer en meetinstrument aanschakelen.
2 - "MODE"-schakeler in "LIMIT"-positie.
M
3 - "START"-knop indrukken.
M
Alle gegevens worden gewist en NEW DATA,
MEMO en U.LT worden uitgedrukt.
M
M
M
M
M
4 - Het meetinstrument op de waarde van de
hoogste toegestane afwijking stellen en
M
"DATA"indrukken. De toegestane afwijking
M
M
5 - Het meetinstrument op de waarde van de
laagste toegestane afwijking stellen en
M
"DATA" indrukken. De toegestane afwijking
MU
6 - "DATA"indrukken om de waarden in te voeren.
M
7 - In geval van vergissing, "CANCEL"-knop
MU
Meting boven de hoogste toegestane afwijking.
M
Meting onder de laagste toegestane afwijking.
ML
STATISTISCHE BEREKENING
8 - "STATISTICS"-knop indrukken.
Het totaal van de metingen wordt uitgedrukt
samen met de statitische verwerking van de
M
M
gegevens.
M
Aantal metingen
Maximumwaarde
Minimumwaarde
Acceptatiebereik
Gemiddelde
M
Standaardafwijking
M
Standaardafwijking van de populatie
Aantal metingen buiten de toegestane afwijkingen
Percentage van onvolkomen metingen
%
Procescapaciteit
9 - Door de "FEED"-knop in te drukken wordt het
papier opgeschoven.
De hoogste toegestane afwijking mag
worden ingevoerd.
en L.LT worden afgedrukt.
en "N°" en "VALUE" worden afgedrukt.
indrukken vooraleer andere metingen in te
voeren. De waarde wordt gewist.