6. Storingen
Regelen
De afschuimer kan met de doorstroomregelaar (afb. 1, nr.4) optimaal ingesteld worden. Daarbij
wordt de waterstand in de afschuimer aan de schuimproductie aangepast. Is de schuim, ondanks
de volledig geopende doorstroomregelaar nog te nat, dan kan de meegeleverde verlenging
(afb. 1, nr. 6) op de afschuimer geplaatst worden.
Luchtbellen in de uitloop
De lengte van de verbindingsslang tussen de afschuimer en de pomp inkorten. De pomp moet zo
dicht mogelijk onder het wateroppervlak hangen wordt door de hogere waterdruk meer water en
minder lucht aangezogen. Resultaat: veel luchtbellen in de afvoer, vochtiger schuim en de
schuimbeker loopt over.
Indien de afschuimer bij een in gebruik zijnd aquarium wordt geplaatst kan het zijn dat in het
water hoge concentraties opgeloste organische stoffen aanwezig zijn. Dit leidt tot extreem kleine
luchtbellen in de afschuimer. Deze kleine luchtbellen verwijderen weliswaar de organische stoffen
op een bijzonder effectieve wijze, maar, het kan zijn dat deze luchtbellen terug worden
getransporteerd naar het aquarium. Hoogstens na enige dagen is de concentratie organische
stoffen in de bak zo laag geworden dat dit effect zich niet meer voordoet en het water gevrijwaard
wordt van luchtbellen.
Sommige soorten bevroren voedsel kunnen hetzelfde effect veroorzaken als het voedsel niet eerst
ontdooid en schoongespoeld wordt. De luchtbellen verdwijnen echter vanzelf na korte tijd.
Vochtig schuim
Bij vers gemaakt zeewater, na gebruik van water- conditioners of bij hoge belasting, kan bijzonder
vochtig schuim geproduceerd worden. Dit schuim wordt in de schuimbeker geperst, hierdoor moet
u vaker de schuimbeker schoonmaken. Na ongeveer één dag is de belasting van het
aquariumwater afgebouwd en de schuimproductie weer normaal.
Treedt er geen verbetering op, dan eerst de waterstand in de afschuimer door het openen van de
doorstroomregelaar verlagen. Verder; luchtslang verkorten (zie luchtbellen), verlenging gebruiken.
Droge schuim / geen luchtbellen
Te weinig of te droge schuim komt meestal voort uit een vervuild naaldwiel of een vervuilde
luchtingang (afb. 2, nr. 9). Beide zorgvuldig reinigen! Druktule van de pomp losschroeven. Indien
het geen reinigingsprobleem is, verhoog dan d.m.v. de doorstroomregelaar het waterpijl. De
verlenging verwijderen.
Bij alle storingen moet u eerst kijken of het reduceerstuk (afb. 2, nr. 12) geplaatst is.
7. Onderhoud
De schuimbeker moet bij sterke belasting dagelijks - en bij normale belasting wekelijks 1 maal
schoongemaakt worden. De reactiepijp van de afschuimer moet 1 – 2 maal per jaar
schoongemaakt worden. Met regelmatige intervallen moet ook de dispergatorpomp uitgebouwd- en
gereinigd worden waardoor de luchtproductie niet beïnvloed wordt. Daarvoor wordt de pomp
uitgenomen en het geheel met schoon leidingwater schoonmaken, incl. het naaldwiel. Ook het
luchtaanzuigdeel schoonmaken en met schoon water spoelen.
27