8.2 Lucht filter (Afb. 10-11)
Lees hiervoor ook de onderhoudsaanwijzingen.
- Reinig het luchtfilter regelmatig en vervang het
indien nodig.
- Open de beide beugelklemmen en verwijder
het filterdeksel (Afb. 10).
- Haal de filterelementen eruit (Afb. 11).
- Gebruik geen schuurmiddelen of benzine om de
elementen te reinigen.
- Reinig de elementen door ze op een vlakke
ondergrond uit te kloppen. Maak bij hardnekkig
vuil eerst het filter met zeepwater schoon, spoel
het daarna met schoon water af en laat het aan
de lucht drogen.
- Het inbouwen van het filter gebeurt in
omgekeerde volgorde van het uitbouwen.
8.3. Bougie (Afb. 12)
Controleer de bougie (nr. 29) na 20 bedrijfsuren
op vuil en roet, en maak hem, indien nodig,
schoon met een koperdraadborstel. Hierna de
bougie om de 50 bedrijfsuren controleren en
reinigen.
- Trek de bougiedop er met een draaiende
beweging af.
- Verwijder de bougie met de meegeleverde
bougiesleutel.
- Het inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde
van het uitbouwen.
8.4 Olie verversen en oliepeil controleren (vóór
gebruik van het apparaat) (Afb. 9)
Het is beter de motorolie te vervangen wanneer
de motor op bedrijfstemperatuur is.
- Gebruik uitsluitend motorolie 15W40, bij <0 oC:
5W30).
- Plaats de generator op een licht hellende
ondergrond met de olieaftapplug aan het lage
uiteinde.
- Open de olievuldop (nr. 9).
- Open de olieaftapplug (nr. 10) en laat de warme
olie in een opvangbak lopen.
- Sluit, nadat alle oude olie eruit gelopen is, de
olieaftapplug en plaats de generator weer op een
vlakke ondergrond.
- Vul de generator met motorolie tot aan het
bovenste merkteken op de oliepeilstok.
- Belangrijk: draai de oliepeilstok er niet in om het
oliepeil te controleren maar steek de peilstok er
tot de schroefdraad in.
- Voer de oude olie op de juiste wijze af.
8.5 Uitschakeling door oliealarmsysteem
De uitschakeling door het oliealarmsysteem
(nr. 11) wordt geactiveerd wanneer er zich te
weinig olie in de motor bevindt. In dit geval kan
de motor niet worden gestart of schakelt deze
automatisch na korte tijd uit. Hij kan niet opnieuw
worden gestart totdat er motorolie bijgevuld is
(zie 8.4).
9. Afvoer en recycling
De verpakking beschermt het apparaat tegen
transportschade. Deze verpakking bestaat uit
waardevolle onbewerkte materialen en kan
daarom hergebruikt of gerecycleerd worden.
Het apparaat en de accessoires zijn gemaakt
van verschillende materialen, zoals metaal
en kunststof. Defecte onderdelen moeten
als bijzonder afval worden afgevoerd.
Raadpleeg voor informatie uw dealer of het
gemeentebestuur van uw woonplaats.
10. Transport
Aan de onderstaande voorwaarden moet worden
voldaan:
• Generator staat uit
• Generator is afgekoeld
• Brandstofkraan (nr. 16) staat in de stand "OFF"
• Ten minste één persoon per transportgreep (nr.
21)
ATTENTIE! Mocht het apparaat wegglijden of
vallen, dan kunnen handen of voeten bekneld of
geplet raken.
98