22. Gebruik de kachel op een vlakke en stabiele ondergrond of bevestig hem aan de muur,
indien voorzien door de fabrikant.
23. Alle items moeten zich minimaal 1 meter van de voorkant en zijkanten van het apparaat
bevinden.
24. Steek geen vreemde voorwerpen in de ventilatie- of uitlaatopeningen en zorg dat er geen
vreemde voorwerpen in komen, aangezien dit kan leiden tot elektrische schokken, brand of
schade aan het product.
25. Een veelvoorkomende oorzaak van oververhitting is stof of pluisjes in het apparaat. Zorg
ervoor dat deze afzettingen regelmatig worden verwijderd door de stekker uit het stopcontact
te halen en de ventilatieopeningen en roosters, filters, indien beschikbaar, te stofzuigen.
26. Gebruik dit apparaat niet in een raam, aangezien regen een elektrische schok kan
veroorzaken.
27.Sluit het apparaat niet aan op een stroombron voordat het op zijn definitieve plaats is
geïnstalleerd en in de gebruikspositie is geplaatst.
28. Het wordt niet aanbevolen om bij dit apparaat een verlengsnoer te gebruiken.
29.Leg het snoer niet onder tapijten, vloerkleden, vloerkleden enz. Houd het snoer uit de
buurt van plaatsen waar het erover kan struikelen.
30. Gebruik dit apparaat niet met een programmeur, timer of enig ander apparaat dat de
verwarming automatisch inschakelt, aangezien er brandgevaar bestaat als het apparaat
wordt afgedekt of onjuist wordt geplaatst.
31. Om het gevaar van onbedoeld resetten van de thermische beveiliging te voorkomen,
mag dit apparaat niet worden gevoed door een extern schakelapparaat, zoals een klok, of
worden aangesloten op een circuit dat regelmatig wordt in- en uitgeschakeld door het
lichtnet.
32. Zorg ervoor dat het apparaat niet nat wordt. Als het apparaat in het water valt, trek dan
onmiddellijk de stekker uit het stopcontact. Steek uw handen niet in het water wanneer het
apparaat is aangesloten op het stopcontact. Voor hergebruik moet het worden gecontroleerd
door een erkend servicecentrum.
33. Het apparaat moet worden uitgeschakeld wanneer u het neerlegt.
34. Schakel het apparaat nooit in als de tank niet met water is gevuld.
35. Gebruik alleen schoon, koud water.
36. Giet geen water in de tank boven het maximumniveau.
37. Dompel de basis van het apparaat niet onder.
38. Voeg geen chemicaliën toe aan de tank, de basis of de stoomuitlaat. Voeg geen
aromatische oliën, zout, ontkalkingstabletten, poeders of reinigingsmiddelen aan het water
toe.
39. De vuldop / het deksel van het waterreservoir moet altijd worden vastgeschroefd /
gesloten.
40. Zorg ervoor dat de watermistuitlaat van de luchtbevochtiger niet rechtstreeks naar
muren, meubels, stopcontacten, elektrische en elektronische apparaten en kinderen wijst.
Een te hoge luchtvochtigheid in de ruimte kan leiden tot vochtophoping, waardoor bacteriën
en schimmels kunnen groeien en muren, meubels en behang kunnen beschadigen.
104