N E D E R L A N D S
● Neem de afdekdop (14) af voordat u de accu
(10) in de lader of de machine plaatst.
● Plaats de afdekdop over de contactpunten
meteen nadat de accu uit de lader of machine
is genomen.
Zorg dat de afdekdop op zijn plaats
zit voodat u een losse accu opbergt of
transporteert.
Automatische regeneratie
In de automatische regeneratiestand
worden de individuele cellen in de
accu gecompenseerd of gebalanceerd
op de maximale capaciteit van de
accu. Accu's worden iedere nacht
geregenereerd of na iedere 10de laad/
ontlaad-cyclus of wanneer de accu
niet meer dezelfde prestatie levert.
● Voor het regenereren van uw accu plaatst u
de accu in de oplader. Het rode lampje zal
continu gaan knipperen om aan te geven dat de
laadcyclus is begonnen.
● Na de laadcyclus, zal het lampje continu
branden en niet langer knipperen. De accu is
volledig opgeladen en is klaar voor gebruik.
● Als de accu in de oplader blijft zitten, start de
oplader automatisch de regeneratiefunctie op.
Deze functie duurt maximaal 8 uur, maar de
accu kan op ieder willekeurig moment tijdens
de regeneratiefunctie worden verwijderd.
Vertraagd opladen van hete/koude accu's
Wanneer een te hete of te koude accu in de
oplader wordt geplaatst, wordt het oplaadproces
automatisch uitgesteld. Als de accu een geschikte
temperatuur heeft bereikt, schakelt de oplader
automatisch over naar de laadstand. Hierdoor
wordt een lange levensduur van de accu
gegarandeerd. De rode oplaad-indicatie (13)
knippert langzaam; gedurende de vertragingstijd
knippert de indicatie snel.
70
Plaatsen en verwijderen van een boortje of
schroevendraaierbit (fi g. A & C)
● Open de boorhouder door de kraag (15)
linksom te draaien en plaats het boortje of de
schroevedraaierbit.
● Plaats het boortje of de schroevedraaierbit zo
ver mogelijk in de boorhouder. Trek het boortje
of de bit daarna iets terug.
● Klem het boortje of de bit stevig vast door de
kraag rechtsom te draaien.
● Ga voor het verwijderen van het boortje in
omgekeerde volgorde te werk.
Kiezen van de boorstand of instellen van het
koppel (fi g. D)
De instelring kent een groot aantal verschillende
posities voor het afstemmen van het koppel op
de gebruikte schroeven en het materiaal van het
werkstuk. Voor instelling van het koppel, zie "In- en
uitdraaien van schroeven".
● Kies de gewenste boorstand of het juiste koppel
door de instelring (4) te verdraaien tot het
betreffende symbool of positienummer recht
tegenover de indicatie (16) op het motorhuis
staat.
DC945/DC935/DC925
Deze machines kunnen worden gebruikt in de
volgende functies:
Boren:
boren in staal, hout en kunststoffen
Klopboren:
boren in steen en beton
L/R-schakelaar (fi g. E)
● Selecteer de draairichting (linksom of rechtsom)
door het verschuiven van de L/R-schakelaar (2),
zoals afgebeeld (zie de pijlen op de machine).
Wijzig de draairichting uitsluitend als de
machine volledig stilstaat.
Mechanische toerenomschakelaar (fi g. F)
Uw machine is uitgerust met een mechanische
toerenomschakelaar (6) waarmee de verhouding
tussen toerental en koppel kan worden gewijzigd.