een afstand ten opzichte van het midden, gelijk aan de helft van het eerder gemeten gat (fig. 4).
6. S nijd het trapbordes met de alternatieve metaalzaag, let er zeer goed op dat er geen splinters van het vlak
afvliegen; met schuurpapier eventuele onvolkomenheden op de rand verwijderen en beschermen met de
geleverde houtverf.
Montage
7. B epaal de positie van de paal, in verhouding tot de afmetingen van het eerder gesneden trapbordes, op de vloer
en plaats de basis 023012 (fig. 2).
8. E en gat maken met de punt Ø 14 mm en de basis 023012+012009+022001 aan de vloer vastmaken met de
elementen 008001 (fig. 1) .
9. De buis 042013 aandraaien op de basis 023012+012009+022001 (fig. 1).
10. De basisafdekking 132017 of 132018 in de buis 042013 zetten (fig. 10).
11. I n volgorde het afstandsblok 130210 of130211, met de al gemonteerde elementen 023041 of 023040, de
afstandsblokken 131030 of 131031, de eerste trede 103008 (met de houten duigen parallel aan de van te
voren bepaalde klimzijde (fig. 10), waarbij u in beschouwing neemt dat de klimrichting wordt bepaald door de
vorm van de handregel), het afstandsblok 130210 of 130211, met de al gemonteerde elementen 023041 of
023040, de afstandschijven 131030 of 131031 en vervolgens weer de trede (met de houten duigen parallel
aan de van te voren bepaalde klimzijde) 103008 enzovoort erin zetten. De treden om en om en rechts en links
neerzetten, om het gewicht op uniforme wijze te verdelen (fig. 10).
12. W anneer het uiteinde van de buis 042013 bereikt is, het element 022003 vastdraaien, de volgende buis
042013 vastdraaien en verdergaan met het in elkaar zetten van de trap (fig. 6).
13. W anneer het uiteinde van de eerste buis 042013 bereikt is, het element 022003 vastdraaien, de volgende
buis 042013 vastdraaien en verdergaan met het in elkaar zetten van de trap (fig. 9).Het element 023001
snijden tot 3 mm rondom de aanslag van het kortere deel, het in het afstandsblokje 130202 of 130203 zetten,
en in volgorde het afstandsblok 130202 of 130203 en 088002 inzetten. Het trapbordes met het kleine gat
positioneren (dat zal dienen als balusterdoorgang) op de aankomstkant van de treden (fig. 11).
14. H et element 023001 snijden tot 3 mm rondom de aanslag van het kortere deel, het in het afstandsblokje
130202 of 130203 zetten, en in volgorde het afstandsblok 130202 of 130203 en 088002 inzetten. Het
trapbordes met het kleine gat positioneren (dat zal dienen als balusterdoorgang) op de aankomstkant van de
treden (fig. 9).
15. De elementen 023035 of 023037, 022065, 009010 inzetten en het element 005008 aandraaien (fig. 1).
Bevestiging van het trapbordes
16. H et element 047009 naar de vliering brengen. De positie bepalen, een afstand behoudend van ongeveer 15 cm
vanaf de buitenrand van het trapbordes, een gat maken met de punt Ø 14 mm en definitief bevestigen m.b.t. de
elementen 008001 (fig. 1).
17. D e elementen 047009 bevestigen aan het trapbordes, m.b.v. de elementen 011053 (een gat te maken in het
trapbordes met een punt Ø 5 mm).
18. De elementen 132016 positioneren (fig. 1).
19. H et element 005008 deblokkeren en de treden 103008 als een waaier uiteen doen. Nu is het mogelijk de trap
op te gaan.
in elkaar zetten van de trapleuning
20. B eginnen met het monteren van de trapleuning van het trapbordes met een eindtussenbaluster (x) en
achtereenvolgens met de tussenbalusters (y) en verbindingsbalusters (z). Indien noodzakelijk de balusters
127031 o 127035 snijden vanaf het lagere deel om een hoogte van de trapleuning te krijgen die gelijk is aan
100 cm.
21. H et verticaal zijn van alle gepositioneerde balusters nagaan. Opletten bij deze operatie omdat deze zeer
belangrijk is voor het goed lukken van het in elkaar zetten.
22. Het element 005008 (fig. 9) definitief aandraaien.
23. H et element 033142 in overeenstemming met de eerste tussenbaluster bevestigen, een gat makend met de
punt Ø 8 mm. De elementen 002040, 008004, en 001004 gebruiken (fig. 1).
24. D e eerste tussenbaluster 127031 of 127035 positioneren; de hoogte aanpassen in overeenstemming met de
eerder gemonteerde balusters (fig. 1).
25. D e spiraalvormige handregels voorbereiden, de elementen 031073, 002026 en de schijven 031077; deze
laatste werden vervaardigd met een zacht doorzichtig materiaal, let op dat u deze niet verwart met de artikels
031076 van onbuigzaam doorzichtig materiaal, die uitsluitend mogen worden gebruikt in de verbindingen van de
eventuele rechtlijnige handregels (fig. 1).
26. H et beginstuk van de handregel 5 cm inkorten en het element 033103 bevestigen m.b.v. de elementen
011069 en 004034, een gat maken met punt Ø 6 mm. Beginnen met het in elkaar zetten van de handregels,
vertrekkend vanaf de onderkant, op de balusters met de artikels 002031. Begin met het in model brengen
van de handregels door de verbindingselementen 031073, 031077 en de bevestigingschroeven 002026 in te
23 - REX T