Houd tijdens het trainen de knop MODE ingedrukt totdat de icoon "DIST" op het beeldscherm knippert
(SCAN verdwijnt dan). De monitor telt de afgelegde afstand op en geeft deze weer op het
hoofdscherm. Indien u de trainingsafstand wilt wijzigen, houd dan op met trainen en houd de knop
MODE ingedrukt totdat de functie DIST verschijnt en druk op de knop UP (omhoog) of DOWN
(omlaag) om de gewenste waarde in te voeren.
*Normale telling:
Wanneer er geen afstand is afgesteld, telt de monitor de afstand tussen 0,1 en 999 km (of mijl).
*Aftellen:
Wanneer de trainingsafstand wordt afgesteld tussen 0,1 en 999 km (of mijl), begint de monitor met
aftellen vanaf de afgestelde waarden. Wanneer de afgestelde waarde eenmaal bereikt is, piept de
monitor 3 seconden en keert daarna terug naar de normale telling.
CALORIE (calorieën)
Houd tijdens het trainen de knop MODE ingedrukt totdat de icoon "CAL" op het beeldscherm knippert
(SCAN verdwijnt dan). De monitor telt het calorieverbruik op en geeft de waarde weer op het
hoofdscherm. Indien u de waarde van de verbruikte calorieën wilt afstellen, houd dan op met trainen
en houd de knop MODE ingedrukt totdat de functie CAL op het beeldscherm verschijnt en druk op de
knop UP (omhoog) of DOWN (omlaag) om de gewenste waarde in te voeren.
*Normale telling:
Zonder afstelling van de calorieënwaarde telt de monitor van 0,1 tot 999 kcal.
*Aftellen:
Wanneer het calorieënverbruik wordt afgesteld tussen 1,0 en 999, begint de monitor met aftellen
vanaf de afgestelde waarde. Zodra de afgestelde waarde bereikt is, piept de monitor 3 seconden en
gaat daarna terug naar de normale telwijze.
PULSE & Target Heart Rate (Polsslag en hartritme)
Houd tijdens het trainen de knop MODE ingedrukt totdat de icoon "POULS" op het beeldscherm
knippert (SCAN verdwijnt dan). Plaats uw handpalmen op de twee contactplaten, zodat de monitor uw
hartritme op het hoofdscherm weergeeft in slagen per minuut (SPM).
Indien u de waarde van de T.H.R.-waarde (hartritme) wilt afstellen, houd dan op met trainen en houd
de knop MODE ingedrukt totdat de functie T.H.R. op het beeldscherm verschijnt en druk op de knop
UP (omhoog) of DOWN (omlaag) om de gewenste waarde in te voeren.
*Grens polsslag:
Door de T. H. R.-waarde af te stellen tussen 40 en 199 (oorspronkelijke waarde 150), zal de monitor
uw hartkloppingen meten. Zodra de afgestelde waarde overschreden wordt, gaat de monitor
knipperen en een pieptoon geven, totdat uw hartkloppingen weer onder de afgestelde waarde
komen.
OPMERKING:
1. Indien er binnen 15 seconden geen polssignaal gedetecteerd wordt, geeft de display "E weer: 3".
Indien er na 5 seconden nog steeds geen polssignaal gedetecteerd is, gaat het hoofdscherm
terug naar de vorige functie.
PULSE RECOVERY (normalisering polsslag)
Het betreft een functie bestemd om na te gaan in hoeverre de polsslag weer genormaliseerd is
wanneer u ophoudt met trainen. Deze gaat van F1 naar F6. F1 is de beste staat en F6 de minst goede.
Deze functie kan weergeven in hoeverre uw polsslag in staat is te normaliseren en verbetert deze
door te trainen.
OPMERKING:
1. Voor een juiste beoordeling moeten de gebruikers direct na de training gebruik maken van de
beoordelingsfunctie van de normalisering van de polsslag door op de toets "RECOVERY" te drukken
en op te houden met trainen na op de toets gedrukt te hebben en verder hun handpalmen op de twee
contactplaten leggen. De beoordeling duurt 1 minuut, door middel van aftellen en het resultaat (F1~F6)
wordt op het beeldscherm weergegeven.
*Indien het bericht E: 1 op het beeldscherm verschijnt, heeft u uw handpalmen niet goed op de twee
contactplaten geplaatst.
*Indien het bericht E: 2 op het beeldscherm verschijnt, bent u niet opgehouden met trainen.
2. NIVEAU VAN NORMALISERING VAN DE POLSSLAG:
F1
F2
Uitstekend
Zeer goed