N E D E R L A N D S
• Plaats de accu (8) in de oplader (10) zoals
weergegeven en steek de stekker van de oplader
in het stopcontact. Let erop dat de accu goed in
de oplader zit. De rode oplaad-indicatie (11)
begint te knipperen. Na ca. 1 uur stopt het
knipperen en brandt de indicatie continu.
De accu is nu volledig opgeladen. De accu kan
op elk gewenst moment uit de oplader worden
gehaald of voor onbepaalde tijd in de op het net
aangesloten oplader blijven zitten.
Plaatsen en verwijderen van de accu
• Duw de accu in de pistoolgreep (7) totdat de
accu vastklikt.
• Verwijder de accu door het tegelijkertijd
indrukken van de twee vergrendelknoppen (9).
Trek dan de accu uit de pistoolgreep (7).
Vervangen van 1/4" zeskantige stifthouders en
adaptors (fig. B)
Uw D
WALT schroevendraaier werkt met 1/4"
E
zeskantige stifthouders en adaptors die in de spindel
op hun plaats worden gehouden dankzij een
verende kogel die in de groef van de betreffende
stifthouder of adaptor vastklikt.
• Druk de ontgrendelknoppen (12) in en trek de
kraag (3) van het motorhuis (17).
• Verwijder de stifthouder (15) door deze met
behulp van een tang uit de spindel te trekken.
• Druk het nieuwe hulpstuk (bijv. een moeren-
aanzetter [18]) in de spindel totdat het vastklikt.
• Zorg ervoor dat de ribben (13) aan de binnenzijde
van de kraag (3) tegenover de uitsparingen (16) in
het motorhuis (17) staan en klik de kraag weer vast.
Vervangen van de schroevendraaierstift (fig. B)
• Ga te werk zoals hierboven beschreven.
Verwijder echter niet de stifthouder (15).
• Trek de schroevendraaierstift (14) eenvoudigweg
uit de houder. Gebruik hiertoe eventueel een
nijptang.
Instellen van de schroefdiepte (fig. C)
De instelbare schroefdiepte biedt de volgende
voordelen:
- de eenmaal ingestelde schroefdiepte blijft
gehandhaafd waardoor maximale stabiliteit is
verzekerd.
nl - 5
- schroeven met afdichtingsringen worden op
correcte wijze aangebracht waardoor lekkages
worden voorkomen.
De schroefdiepte wordt bepaald door de stand van
het opzetstuk (4) ten opzichte van de schroeven-
draaierstift, de adaptor of de moerenaanzetter.
Schroeven met afdichtingsringen
• Raadpleeg de specificaties van de
schroevenfabrikant met betrekking tot de juiste
instellingen voor afdichtingsringen in
verschillende toepassingen.
• Draai een schroef in een stukje afvalhout en
controleer de schroefdiepte.
• Draai eventueel de kraag voor instelling van de
schroefdiepte (3) links- of rechtsom om de
schroef minder diep resp. dieper in het materiaal
te draaien. Elke klik van de kraag komt overeen
met een wijziging van de schroefdiepte van
0,02 mm. Een complete omwenteling van de
kraag komt overeen met 2,10 mm.
• Draai nogmaals een schroef in en stel de kraag (3)
bij totdat de gewenste schroefdiepte is bereikt.
Schroeven zonder afdichtingsringen
• Draai een schroef in een stukje afvalhout en
controleer de schroefdiepte visueel.
• Wijzig eventueel de schroefdiepte met behulp
van de kraag (3).
• Gebruik eventueel een momentsleutel om het
koppel te meten. Ga hierbij uit van de door de
schroevenfabrikant opgegeven specificaties.
Vervangen van het opzetstuk (fig. C)
• Draai de stofring (19) los.
• Vervang het opzetstuk (4).
• Draai de stofring (19) vast.
Instellen van de draairichting (fig. D)
• Rechtsom (indraaien van schroeven): Laat de
schakelaar voor elektronisch toerental (1) los en
druk de L/R-schakelaar (2) aan de rechterzijde
van de machine in.
• Linksom (uitdraaien van schroeven): Laat de
schakelaar voor elektronisch toerental (1) los en
druk de L/R-schakelaar (2) aan de linkerzijde van
de machine in.
48