Zekeren van de voorklimmer (afb. 12)
Houd het apparaat tussen duim en middelvinger vast en
kantel het iets naar de zijkant. Houd daarbij het ingaan-
de touw om de ringvinger en de pink van dezelfde hand!
Touw geben (afb. 13)
Door lichte druk met de duim op het bovenste deel van
de remnok kan het naar de voorklimmer leidende touw
indien nodig heel snel met de hand worden gegeven.
Omdat bij een val een verkrampen van de vinger als in
een refl ex niet kan worden uitgesloten, moet de nok zo
snel mogelijk weer los worden gelaten en het ingaande
touw moet vastgehouden worden.
Touw terugtrekken, verkorten (afb. 14)
Hiervoor het oorspronkelijk ingaande touw gewoon met
de hand terugtrekken. Bij het terugtrekken van het touw
gaat de remnok in een neutrale positie en hoeft hij niet
te worden bediend.
Touw terugtrekken, spannen en blokkeren (afb. 15)
Het touw zo vast terugtrekken (trek op touw uitoefenen)
totdat door de touwspanning de remnok in de houd-
positie springt.
Bij belasting wordt de persoon gehouden.
Bij het houden van een val heeft hetzelfde proces au-
tomatisch plaats.
Als de voorklimmer het touw ontlast, hoeft maar licht op
de remnok te worden gedrukt om deze te ontgrendelen
en het touw vrij te geven en kan het touw verder worden
vrijgegeven.
Losmaken en naar beneden laten (afb. 16)
Om extra veiligheidsredenen dient het ingaande touw
met de remhand genomen te worden.
Om het gespannen touw nu los te maken en de in het
touw hangende persoon naar beneden te laten, dient
tactvol aan de stuurhendel te worden getrokken.
Hierbij het ingaande touw voor extra zekering door de
remhand laten lopen.
Alleen met gecontroleerde snelheid de persoon naar
beneden laten zakken.
De abseilsnelheid neemt met toenemende ontgren-
deling door de stuurhendel toe.
Vooral bij kleine touwdiameters en bij veel gebruikte
touwen met vergrote diameter moet bij het laten zakken
van een persoon het bedienen van de remhendel met
meer gevoel worden uitgevoerd.
Double-Stop zekeringfunctie bij overmoduleren
(afb. 17)
Bij overmoduleren (te ver trekken van de remhendel)
springt de remnok automatisch weer in de houdpositie
en zet het touw vast. = DoubleStop-zekeringfunctie.
De remhendel blijft in de aangetrokken stelling.
Door tactvol naar voren drukken van de hendel kan de
remnok weer worden ontgrendeld zodat de persoon ver-
der naar beneden gezakt kan laten worden.
Attentie: Bij veel gebruikte touwen met vergrote diame-
ter reageert het hendelmechanisme beperkt gevoelig
zodat voor de veiligheid het ingaande touw altijd vastge-
houden moet worden.
De Double-Stop zekeringfunctie is een aanvullende ze-
keringfunctie om een overmoduleren met onbe-doeld
versnellen te vermijden Actief abseilen
Het actieve abseilen heeft analoog plaats aan het la-
ten zakken, met extra geleiding van het ingaande touw
door de rem hand en gedoseerd ontgrendelen met de
stuurhendel.
Zekeren met topropen (afb. 18)
Voor het zekeren met topropen kunnen voor het terug-
trekken van het touw de beide touwstrengen ook direct
worden bediend.