Forch 5439 35 2 Manual Del Usuario página 12

Werking
De contactloze temperatuurmeter meet de oppervlaktetemperatuur van een object door
middel van infraroodstraling. Daarbij wordt het geheel van de gereflecteerde infraroodstraling
van de door de optiek geregistreerde meetvlak op de infraroodsensor gebundeld. Het
toestel berekent aan de hand daarvan de temperatuur en toont deze op de LCD-display.
De laser wordt alleen voor het richten gebruikt.
Meetvlakgrootte
Om precieze meetresultaten te bereiken, moet het meetobject groter zijn dan de meetvlak
van de infrarood-thermometer. De bepaalde temperatuur is de gemiddelde temperatuur van
het gemeten vlak.
Hoe kleiner het meetobject, des te korter moet de afstand zijn tot de infrarood-thermometer.
De precieze meetvlakgrootte kan worden bepaald aan de hand van de volgende afbeelding.
Dit is ook op het toestel vermeld. Voor precieze metingen moet het meetobject minstens
dubbel zo groot zijn als de meetvlak.
D (afstand) : S (spotgrootte) = 10 : 1
Gebruik
Voor het meten van temperaturen richt u de opening van de ir-sensor (F) op het te meten
object en drukt u de knop voor de het meten (H). In de LCD-display wordt "SCAN" (2)
getoond. Vergewis u ervan dat de meetvlakgrootte niet groter is dan het meetobject.
De actueel bepaalde temperatuur (11) wordt in de LCD-display getoond. Na het loslaten
van de knop voor het meten van de temperatuur (H) wordt de bepaalde temperatuur (11)
nog ca. 10 seconden getoond. In die tijd wordt "HOLD" (13) getoond. Na ca. 10 seconden
schakelt het toestel zelfstandig uit om de batterij te ontzien.
Door het drukken van de knop MODE (B) kan worden gekozen tussen de meetfunctie
"MIN" (alleen weergave van de laagste temperatuur tijdens de meting) en "MAX" (alleen
weergave van de hoogste temperatuur tijdens de meting) of tussen de weergave van de
gemiddelde temperatuur. Met de knop (E) wordt de gewenste eenheid (°C / °F) gekozen.
Met ingeschakelde laser toont de laserstraal het midden van de meetvlak. Dit vergemakkelijkt
het uitvoeren van exacte metingen. Om de de laser te activeren moet met ingeschakeld
toestel de aan- / uitknop voor de laser (D) worden gedrukt. In de LCD-display verschijnt nu
het lasersymbool (1). Als nu de knop voor de temperatuurmeting (H) wordt ingedrukt, toont
de laserstraal het midden van de meetvlak. Om te deactiveren de aan- / uitknop voor de
laser (D) opnieuw drukken. Het lasersymbool (1) verdwijnt. Bij metingen in het donker kan
met de knop (C) de achtergrondverlichting worden in- en uitgeschakeld.