9 VLIEGEN
1. Vliegomgeving
Binnenshuis, met weinig luchtstroming.
Binnenshuis vliegen:
• voor de functie Optical Flow Positioning is een duidelijk patroon nodig onder het vliegbereik om beter te kunnen positioneren.
• om binnenshuis te vliegen is passende verlichting nodig (> 15lux), zoals gewone TL-verlichting.
• sterke WiFi interferentie is niet toegestaan.
• Aanbevolen vliegbereik: minder dan 30 meter (98 voet) afstand, minder dan 10 meter (32 voet) hoogte.
2. Controle voor het vliegen
• Controleer de drone op eventuele structurele beschadigingen.
• Controleer de acculading van de drone (raadpleeg het laadsymbool op de APP.).
• Controleer de acculading van de smartphone. Moet > 20% bedragen.
3. Voorbereidingen voor het vliegen
a. Preparatie drone: houd de drone in horizontale toestand
(Let op! Als de accu is aangebracht, zal de led langzaam knipperen. Deze gaat uit als de APP verbinding maakt met de drone. Als de
APP niet binnen 10 minuten verbinding maakt met de drone, zal de accu zelf de stroom uitschakelen. U moet de accu dan opnieuw
installeren.)
b. Stel de hoek van de camera in:
zoals de onderstaande afbeelding weergeeft, beschikt de camera over 5 hoeken
0° de lens kijkt recht vooruit
15° naar boven (de lens wijst omhoog)
-30°,-60°, of -90° naar beneden (de wijst omlaag)
Let op! Stel de camerahoek in vóór het opstijgen.
c. Voeding naar de drone: houd de aan/uit-knop 3 seconden ingedrukt tot de rode indicator gaat branden.
4. Begin met vliegen
• Opstijgen/landen
Tik het symbool
aan om snel op te stijgen/te landen. De drone zal opstijgen naar 1,5 meter hoogte.
Als u het symbool opnieuw aantikt, zal de drone landen.
• Flight Control modus
-
Joystick modus
UP
FORWARD
LEFT
RIGHT
DOWN
BACK
-
Bewegingsmodus
Tik het symbool afstandsbediening
aan, selecteer de bewegingsmodus, houd de bewegingsknop ingedrukt en kantel de smartphone
naar voren, naar achteren, naar links of rechts om de drone in de gewenste richting te sturen. Schuif de bewegingsknop naar boven/
beneden om de vlieghoogte van de drone aan te passen. Schuif de bewegingsknop naar links/rechts om de richting te veranderen.
• Andere besturingsmodi
De neus van de drone bevindt zich aan de kant van de aan/uit-schakelaar. De gebruiker kan kiezen tussen de Headless modus en de Head
Switch modus.
-
Headless modus: Standaard is de aan/uit-knop de neus en de camera de staart. In de Headless modus maakt het niet uit in welke
richting de drone wijst: vooruit vliegen is in de richting van de neus, en achteruit in de richting van de staart.
-
Head Switch modus:Door op deze knop te drukken, wisselen de neus en staart van plaats.
Linker joystick: „Omhoog-Omlaag" regelt het stijgen en dalen,
„Links-Rechts" regelt de vliegrichting.
Rechter joystick: „Omhoog-Omlaag" regelt het kantelen,
„Links-Rechts" regelt de hellingshoek.
Bewegingsknop
5. Begin met opnemen
De drone heeft 4 opname modi:
•
Single shot: tik
aan om één foto te nemen
•
Normal video: tik dit aan om de video-opname te starten/stoppen
•
Short video: aantikken om een video van 12 sec. op te nemen
•
Rotary camera: tik dit aan voor een zwaai van 360° rechtsom terwijl de camera de video opneemt.
10 DELEN
Voer CAMERA LIBRARY in, selecteer de foto's/video's die u wilt delen en tik op DOWNLOAD. Verbreek de verbinding van de smartphone met de
WiFi hotspot van de drone en maak verbinding met uw netwerk of uw WiFi systeem. Tik het symbool van de bibliotheek in de AEE ZONE aan en
kies de foto's/video's die uw wilt delen.
1. Open AEE ZONE en roep de Sparrow interface op. Tik op het symbool LIBRARY.
2. Selecteer CAMERA LIBRARY.
3. Selecteer de gewenste foto's/video's en download ze op uw smartphone als afgebeeld. Tik dan op „Done".
4. Verbreek de verbinding van de smartphone met de WiFi aansluiting van de drone en maak verbinding met uw WiFi netwerk of het netwerk
van uw smartphone.
5. Voer LOCAL LIBRARY in, selecteer de opnames die u wilt delen en tik op het symbool SHARE „
6. Selecteer het gewenste symbool Social Media (Facebook, Instagram..., e.d.) voor het delen van de opnames.
11 OPMERKINGEN VLIEGTUIG
1. Gebruik de drone in binnenshuis bij weinig luchtstroming. Aanbevolen vliegbereik: afstand minder dan 30 meter (98 voet), hoogte minder
dan 10 meter (32 voet).
2. Schakel de IR-sensor uit als u in een krap bemeten ruimte vliegt.
3. Als het ontvangen beeld van uw drone op uw smartphone met storing of vertraagd verschijnt, start dan de APP opnieuw.
4. Steek geen vingers of voorwerpen in de behuizing van de drone als deze in bedrijf is.
5. Bij het aanbrengen van de accu of het inschakelen, moet de drone altijd op een horizontale ondergrond staan. Houd de drone niet in uw
hand vast als u de accu aanbrengt of de stroom inschakelt.
6. Start de APP nadat het maken van een WiFi verbinding is gelukt. Als er na 20 seconden geen beeld op uw smartphone verschijnt, schakelt
u de APP volledig uit en begint u het hele proces opnieuw.
7. In de Headless modus is het niet aanbevolen om regelmatig van positie te veranderen.
8. Om gebruik te maken van de foto/video-functie moet een SD-kaart aangebracht zijn voordat u de drone inschakelt.
9. Als de voedingsindicator een beetje knippert na het inschakelen van de drone en het verbinden met de APP, moet de drone gekalibreerd
worden.
10. Kalibreer de drone als deze afwijkt of schommelt tijdens het vliegen.
11. De bewegingsmodus kan alleen worden ingeschakeld na het opstijgen van de drone.
12. Vliegen is niet toegestaan onder extreme omstandigheden, zelfs niet binnenshuis (de drone is instabiel bij extreme
weersomstandigheden als de barometrische druk die nodig is om de hoogte te bepalen veranderlijk is).
" rechtsonder, zoals in afbeelding 5.