Bediening
In gebruik nemen
Let erop dat de netspanning met
de op het typeaanduidingplaatje
vermelde gegevens overeenstemt.
Hang de vangzak (4) in de vangzakbeves-
tigingen (3).
Aan- en uitschakelen
Maak van het uiteinde van
de verlengkabel een lus en
hang deze in de trekontlas-
ting van de voedingskabel
(7).
Sluit de verlengkabel aan.
De vulopening moet leeg zijn.
1. Schakel het apparaat via de schake-
laar "Aan/uit" (10) in.
Giet het te hakselen goed in de vultrech-
ter. Het materiaal wordt ingetrokken en
gehakseld.
2. Om uit te schakelen, draait u de scha-
kelaar "Aan/uit" (10) terug in positie
„OFF".
Het apparaat loopt nog enige tijd door
nadat het is uitgeschakeld.
Vangzak ledigen
Maak de vangzak tijdig leeg. Let
erop dat de vangzak onder het
uitwerpkanaal ongelijkmatig gevuld
wordt!
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder de vangzak (4) en maak
deze leeg.
Overbelastingsbeveiliging
Bij overbelasting, bijvoorbeeld door te
dikke takken, schakelt het apparaat auto-
matisch uit.
Voor een herstart laat u het apparaat af-
koelen en schakelt u het dan terug in.
Herstartbeveiliging
Na een stroomuitval gaat het apparaat bij
terugkeer van de netspanning niet auto-
matisch terug van start. Om in te schake-
len, drukt u de schakelaar "Aan" in.
Aanwijzingen voor
gebruik
Algemene aanwijzingen voor
gebruik
Houd bij het werken met de
hakselaar voldoende afstand
ten opzichte van het apparaat,
omdat lange takken bij het in-
trekken kunnen uitschieten.
Oog- en oorbescherming dragen
Veiligheidshandschoenen dragen
•
Houd takken bij de toevoer naar het
apparaat vast totdat ze automatisch
ingetrokken worden.
•
Richt u naar de mogelijke intreksnel-
heid van de hakselmachine en over-
belast het apparaat niet.
•
Om een verstopping te vermijden,
NL
33