Hoofdmenu - Keuze
Ä Hoofdstuk 8.6 „Doseermodus" op pagina 65
n
Ä Hoofdstuk 8.7 „Modus" op pagina 68
n
Ä Hoofdstuk 8.8 „Configuratie" op pagina 90
n
Ä Hoofdstuk 8.9 „Kalibratie" op pagina 125
n
Ä Hoofdstuk 8.10 „Bedrijfsgegevens" op pagina 127
n
Ä Hoofdstuk 8.11 „Info" op pagina 128
n
8.6
Doseermodus
Door het selecteren van een overeenkomstige [doseermodus] ( / / / ) kan de
aanzuigduur per slag (zuigslagduur) worden verlengd en zo de dosering aan hoge
productviscositeiten of moeilijke aanzuigomstandigheden worden aangepast.
Deze verlenging van de zuigslagduur leidt tegelijk tot een verlaging van het maximale
doseervermogen (zie onderstaande tabellen).
Dosiermodus
Afb. 16: Tijdelijke verdeling (t) van zuig- (s) en doseerslag (p) bij doseermodus S-standaard, M-medium en L-low.
Als tussen de doseermodi wordt gewisseld, dan moet de pomp opnieuw
worden gekalibreerd! Op het display verschijnt het kalibratiesymbool C!.
Na reglementair uitvoeren van de automatische [kalibratie] wordt het symbool
C! in het bedrijfsniveau weer verborgen!
De tabelwaarden voor de max. doseerfrequentie (max. doseervermogen) zijn
afhankelijk van pompformaat en kalibratie.
De gegevens van de zuigslag- en doseerslagtijden zijn theoretische waarden.
Deze kunnen op basis van kalibreertoleranties, zuigleidingslengtes, tegendruk,
enz. variëren.
S-standaard,
M-medium en
65
Besturing / software
L-low:
MAN046939 Rev. 6-10.2021