3.2 VEILIGHEIDSSIGNALERINGEN
Op de machine staan verschillende symbolen.
Deze dienen om de bediener te herinneren
aan de gedragsregels die gevolgd moeten
worden, om de machine met de nodige
aandacht en voorzichtigheid te gebruiken.
Betekenis van de symbolen:
AANDACHT! De uitlaatpot kan
zeer heet zijn. Niet aanraken.
AANDACHT! Olie bijvullen tot
aan het «MAX»-niveau. Niet meer
dan het «MAX»-niveau bijvullen.
3.3 IDENTIFICATIE-ETIKET
Schrijf het serienummer (S/n) van uw machine
op in de voorziene ruimte van het etiket dat
u op de achterkant van de omslag vindt.
3.4 ONDERDELEN VAN DE MOTOR
De machine bestaat uit de volgende
belangrijkste onderdelen (afb. 1 ).
A. Olievuldop met peilstok
B. Carburator
C. Afdekking van de luchtfilter
D. Bougiekapje
E. Serienummer van de motor
3.5 OMGEVINGSCONDITIES
De werking van een viertakt
verbrandingsmotor wordt beïnvloed door:
a) Temperatuur:
– Als bij lage temperatuur gewerkt
wordt, kunnen er zich moeilijkheden
bij een koude start voordoen.
– Als bij erg hoge temperatuur gewerkt,
wordt kunnen er zich moeilijkheden bij een
warme start voordoen veroorzaakt door
de verdamping van de brandstof in het
bakje van de carburator of in de pomp.
– In ieder geval moet het soort
olie aangepast worden aan
de gebruikstemperatuur.
b) Hoogte:
– Het maximale vermogen van een
verbrandingsmotor neemt progressief
af naarmate de hoogte boven
de zeespiegel groter wordt.
– Wanneer de hoogte aanzienlijk
toeneemt, moet u daarom de belasting
op de machine verminderen en bijzonder
zware werkzaamheden vermijden.
3.6 BRANDSTOF
De goede kwaliteit van de brandstof is onontbeer-
lijk voor de correcte werking van de motor.
De brandstof moet aan de volgende vereisten
voldoen:
a) Gebruik reine, verse brandstof zonder lood,
met minimum 90 octaan;
b) Gebruik geen brandstof met een ethanolge-
halte vameer dan 10%;
c) Voeg geen olie bij;
d) Gebruik een stabilisator om het carburatiesys-
teem te beschermen tegen de vorming van
harsafzettingen.
Het gebruik van niet toegestane brandstof leidt
tot beschadiging van de onderdelen van de
motor en tot verval van de garantie.
OPMERKING Gebruik uitsluitend de
brandstof die in de tabel met technische
gegevens is aangegeven. Gebruik geen andere
soorten brandstof. U mag wel ecologische
brandstoffen gebruiken, zoals alkylaatbenzine.
De samenstelling van deze benzine heeft
minder invloed op mensen en het milieu. Er
zijn geen negatieve effecten gesignaleerd
die met het gebruik hiervan in verband kan
worden gebracht. In de handel bestaan er
echter soorten alkylaatbenzine, waardoor
wij geen nauwkeurige aanwijzingen kunnen
verstrekken wat betreft het gebruik ervan.
3.7 OLIE
Gebruik altijd olie van goede kwaliteit, en kies de
gradatie in functies van de gebruikstemperatuur.
• Gebruik alleen detergentolie met een
kwaliteit van minstens SF-SG.
• Kies de SAE-viscositeitsgraad op basis
van de tabel met technische gegevens.
• Het gebruik van multigraad olie kan een
groter verbruik in de warme periodes
met zich meebrengen, het oliepeil moet
dan vaker gecontroleerd worden.
• Meng geen oliesoorten van verschillende
merken of met verschillende kenmerken.
• Het gebruik van SAE 30 olie bij
temperaturen onder +5°C kan schade
aan de motor aanrichten doordat
de smering niet voldoende is.
3.8 LUCHTFILTER
De efficiëntie van de luchtfilter is bepalend om
te vermijden dat er zich restjes en stofdeeltjes
4