Beveiliging tegen te ver ontladen
Als de acculading onvoldoende is, stopt het gereed-
schap automatisch. In dit het geval verwijdert u de accu
vanaf het gereedschap en laadt u de accu op.
Beveiliging tegen andere oorzaken
Het beveiligingssysteem is ook ontworpen voor andere
oorzaken die het gereedschap kunnen beschadigen,
en zorgt ervoor dat het gereedschap automatisch stopt.
Voer alle volgende stappen uit om de oorzaken op te
heffen, wanneer het gereedschap tijdelijk is onderbro-
ken of tijdens het gebruik is gestopt.
1.
Schakel het gereedschap uit en schakel het
daarna weer in om het opnieuw te starten.
2.
Laad de accu('s) op of vervang hem/ze door (een)
opgeladen accu('s).
3.
Laat het gereedschap en de accu('s) afkoelen.
Als geen verbetering optreedt nadat het beveiligings-
systeem is gereset, neemt u contact op met uw lokale
Makita-servicecentrum.
De trekkerschakelaar gebruiken
WAARSCHUWING:
gereedschap te plaatsen, moet u altijd controle-
ren of de trekkerschakelaar goed werkt en bij het
loslaten terugkeert naar de stand "OFF".
► Fig.3: 1. Trekkerschakelaar
Om het gereedschap te starten, knijpt u gewoon de
trekkerschakelaar in. Hoe harder u de trekkerscha-
kelaar inknijpt, hoe sneller het gereedschap draait.
Laat de trekkerschakelaar los om het gereedschap te
stoppen.
De lamp op de voorkant gebruiken
► Fig.4: 1. Lamp
LET OP:
Kijk niet direct in het lamplicht of in
de lichtbron.
Knijp de trekkerschakelaar in om de lamp in te schake-
len. De lamp blijft branden zo lang de trekkerschakelaar
wordt ingeknepen. Ongeveer 10 seconden nadat u de
trekkerschakelaar hebt losgelaten, gaat de lamp uit.
LET OP:
Als de lamp uitgaat na enkele secon-
den te hebben geknipperd, werkt de actieve
terugkoppelingsdetectietechnologie niet correct.
Vraag uw plaatselijke Makita-servicecentrum het
gereedschap te repareren.
OPMERKING: Gebruik een droge doek om vuil van
de lens van de lamp af te vegen. Wees voorzichtig
dat u de lens van de lamp niet bekrast omdat dan de
verlichting minder wordt.
OPMERKING: De lamp op de voorkant kan niet wor-
den gebruikt terwijl het stofopvangsysteem (optioneel
accessoire) is aangebracht op het gereedschap.
Alvorens de accu in het
De omkeerschakelaar bedienen
► Fig.5: 1. Omkeerschakelaar
LET OP:
Controleer altijd de draairichting
alvorens het gereedschap te starten.
LET OP:
Verander de stand van de omkeer-
schakelaar alleen nadat het gereedschap volledig
tot stilstand is gekomen. Als u de draairichting
verandert terwijl het gereedschap nog draait, kan het
gereedschap beschadigd raken.
LET OP:
Zet de omkeerschakelaar altijd in de
neutrale stand wanneer u het gereedschap niet
gebruikt.
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Druk de omkeerscha-
kelaar in vanaf kant A voor de draairichting rechtsom, of
vanaf kant B voor de draairichting linksom.
Wanneer de omkeerschakelaar in de neutrale
stand staat, kan de trekkerschakelaar niet worden
ingeknepen.
De werkingsfunctie kiezen
KENNISGEVING:
zeknop niet terwijl het gereedschap draait. Het
gereedschap zal hierdoor worden beschadigd.
KENNISGEVING:
werkingsfunctiekeuzemechanisme te voorkomen,
zorgt u ervoor dat de werkingsfunctiekeuzeknop
altijd precies in een van de drie werkingsfunctie-
standen staat.
Hamerboren
Voor boren in beton, metselwerk, enz., draait u de
werkingsfunctiekeuzeknop naar het symbool
wijl u de ontgrendelknop op de knop ingedrukt houdt.
Gebruik een boorbit met een hardmetalen punt (optio-
neel accessoire).
► Fig.6: 1. Hamerboren 2. Werkingsfunctiekeuzeknop
3. Ontgrendelknop
Alleen boren
Voor boren in hout, metaal of kunststof draait u de
werkingsfunctiekeuzeknop naar het symbool
de ontgrendelknop op de knop ingedrukt houdt. Gebruik
een spiraalboor of houtboor.
► Fig.7: 1. Alleen boren
Alleen hameren
Voor beitelen, bikken en slopen draait u de werkings-
functiekeuzeknop naar het symbool
ontgrendelknop op de knop ingedrukt houdt. Gebruik
een puntbeitel, koudbeitel, bikbeitel, enz.
► Fig.8: 1. Alleen hameren
80 NEDERLANDS
Draai de werkingsfunctiekeu-
Om snelle slijtage van het
terwijl u de
ter-
terwijl u