Lees de handleiding, de bijgevoegde brochure ‚Garantie-
en aanvullende aanwijzingen' evenals de actuele informatie
en aanwijzingen in de internet-link aan het einde van
deze handleiding volledig door. Volg de daarin beschreven
aanwijzingen op. Bewaar deze documentatie en geef ze
door als u het apparaat doorgeeft.
Functie / Toepassing
Het compacte video-inspectiesysteem is ideaal om moeilijk toegan-
kelijke plaatsen eenvoudig visueel te controleren, onder andere
in buisleidingen, verlaagde plafonds en in motorvoertuigen. Met
de functie om foto's te vergelijken kunnen gebruikers verschillen
tussen het live beeld en een opgeslagen referentiefoto vaststellen.
Voor de documentatie van de foto- en video-opnames is een intern
geheugen en een micro-SD-kaart voorzien.
Algemene veiligheidsaanwijzingen
– Gebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen de aangegeven
specificaties.
– De meetapparaten en het toebehoren zijn geen kinderspeelgoed.
Buiten het bereik van kinderen bewaren.
– De bouwwijze van het apparaat mag niet worden veranderd!
– Stel het apparaat niet bloot aan mechanische belasting, extreme
temperaturen, vocht of sterke trillingen.
– Het apparaat mag niet meer worden gebruikt als een of meerdere
functies uitvallen of de batterijlading zwak is.
– Let bij gebruik buitenshuis op dat het apparaat alleen onder
dienovereenkomstige weersomstandigheden resp. na het treffen
van geschikte veiligheidsmaatregelen toegepast wordt.
– De LCD-eenheid mag niet onder water worden gedompeld.
Het basisapparaat mag niet in contact komen met vloeistoffen.
– De camerakop is niet zuurbestendig en niet vuurvast.
– Let absoluut op dat de VideoPocket niet in contact komt met
chemicaliën, voltage, beweeglijke of hete voorwerpen. Hierdoor
kan het apparaat beschadigd raken, hetgeen kaqn leiden tot ernstig
persoonlijk letsel van de gebruiker.
– De VideoPocket mag niet worden gebruikt voor medische
doeleinden / persoonsonderzoek.
– Neem de veiligheidsvoorschriften van lokale resp. nationale instan-
tiesvoor het veilige en deskundige gebruik van het apparaat in acht.
– Het apparaat is niet geschikt voor de meting in de buurt van
gevaarlijke spanning. Let bij metingen in de buurt van elektrische
installaties altijd op de spanningsvrijheid van geleidende onderdelen.
De spanningsvrijheid en de beveiliging tegen hernieuwd inschakelen
moet door middel van geschikte maatregelen gewaarborgd zijn.
16
NL