SCHOONMAKEN VAN DE OPVANGZAK
Een vuile opvangzak blokkeert de luchttoevoer en
vermindert bijgevolg het zuigvermogen.
Om de opvangzak schoon te maken:
1. Neemt u de opvangzak af van het toestel.
2. Open dan de sluiting en giet er de inhoud uit.
3. Draai de zak binnenste buiten en schud hem
fl ink uit. De zak moet regelmatig leeg worden
gemaakt.
4. Draai dan de zak binnenste binnen, sluit de
sluiting en maak de opvangzak terug vast aan
het toestel.
AANWIJZING: Is de opvangzak erg vervuild,
maak hem dan met de hand met warm water en
een mild wasmiddel schoon. Grondig uitspoelen!
Laat de opvangzak goed drogen voordat u hem
opnieuw gebruikt.
7.2 Onderhoud
Onderhoud van de luchtfi lter (fi g. 7a-7b)
Als luchtfi lters vervuild zijn, gaat het motorver-
mogen achteruit omdat te weinig lucht naar de
carburator wordt toegevoerd.
De fi lter dient daarom regelmatig te worden ge-
controleerd. De luchtfi lter dient om de 25 bedrijf-
suren te worden gecontroleerd en, indien nodig,
schoongemaakt. Bij zeer stoffi ge lucht dient de
luchtfi lter vaker te worden gecontroleerd.
1. Verwijder het luchtfi lterdeksel (fi g. 7a).
2. Ontneem het fi lterelement (fi g. 7b).
3. Maak het fi lterelement door uitkloppen of uit-
blazen schoon.
4. De assemblage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
Let op! Luchtfi lter nooit met benzine of brandbare
oplosmiddelen schoonmaken. Luchtfi lter met per-
slucht of door uitkloppen reinigen.
Onderhoud van de bougie (fi g. 8a-8b)
Vonkafstand van de bougie = 0,6 mm. Haal de
bougie met een kracht van 12-15 Nm aan.
Controleer de bougie voor het eerst na 10 bedri-
jfsuren op vervuiling en reinig haar, indien nodig,
m.b.v. een koperdraadborstel. Daarna de bougie
om de 50 bedrijfsuren onderhouden.
1. Trek er de bougiestekker (fi g. 8a) met een
draaiende beweging af.
2. Verwijder de bougie (fi g. 8b) m.b.v. de bijga-
ande bougiesleutel.
3. De assemblage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
Anl_GBLE_650_SPK7.indb 265
Anl_GBLE_650_SPK7.indb 265
NLD
7.3 Opbergen
Let op! Een fout bij het naleven van deze stappen
kan leiden tot vorming van aankoekingen aan de
binnenwand van de carburator zodat de motor
mogelijk moeilijker start of een permanente scha-
de aan de motor wordt berokkend.
1. Voer alle onderhoudswerkzaamheden uit.
2. Laat de brandstof uit de tank af (gebruik daar-
voor een in de bouwmarkt verkrijgbaar plastic
hevelpompje voor benzine).
3. Na het afl aten van de brandstof start u de
motor.
4. Laat de motor stationair draaien tot hij stopt.
Daardoor wordt de carburator van de reste-
rende brandstof ontdaan.
5. Laat de motor afkoelen (ca. 5 minuten).
6. Verwijder de bougie.
7. Giet een koffi elepel tweetaktmotorolie de
verbrandingskamer in. Trek enkele keren
voorzichtig de starterkoord eruit teneinde de
binnenste onderdelen met de olie te bevochti-
gen. Draai de bougie er terug in.
8. Maak de behuizing van de motor aan de bui-
tenkant schoon.
9. Berg het gereedschap op een koude droge
plaats buiten het bereik van ontstekingsbron-
nen en van brandbare stoff en. Meststoff en
en andere chemische tuinproducten bevatten
vaak stoff en die het corroderen van metaal
bespoedigen. Berg het gereedschap niet
boven op of in de buurt van meststoff en of
andere chemicaliën.
7.4 Heringebruikneming
1. Verwijder de bougie.
2. Haal de starterkoord meermaals door om de
verbrandingskamer van resterende olie te
ontdoen.
3. Maak de contacten van de bougie schoon of
draai er een nieuwe bougie in.
4. Vul de tank. Zie hoofdstuk brandstof en olie.
5. Voer de stappen 1 tot 7 onder punt "koude
motor starten" uit.
7.5 Transport
Voordat u het gereedschap transporteert dient u
de benzinetank leeg te maken zoals beschreven
in punt 3 van het hoofdstuk "Opbergen". Ontdoe
het gereedschap met een borstel of handveger
van grof vuil. Demonteer de geleidesteel zoals.
- 265 -
18.04.13 10:20
18.04.13 10:20