Werking van de omkeerschakelaar (Fig. 5)
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen
van
de
omkeerschakelaar in vanaf kant A voor rechtse,
kloksgewijze draairichting, of vanaf kant B voor linkse
draairichting.
Wanneer de omkeerschakelaar in de neutrale stand
staat, kan de trekkerschakelaar niet worden ingedrukt.
LET OP:
• Controleer voordat u gaat werken altijd eerst de
draairichting van het gereedschap.
• Gebruik de omkeerschakelaar alleen nadat het
gereedschap helemaal tot stilstand is gekomen. Als u
de draairichting verandert terwijl het gereedschap nog
draait, kan het gereedschap beschadigd raken.
• Zet de omkeerschakelaar altijd in de neutrale stand
wanneer u het gereedschap niet gebruikt.
INEENZETTEN
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de accu ervan is verwijderd alvorens enig werk aan
het gereedschap uit te voeren.
Aanbrengen of verwijderen van het schroefbit of
de schroefdop (Fig. 6)
Gebruik uitsluitend bits met een insteekgedeelte zoals
aangegeven in de afbeelding.
Voor
gereedschappen
bitinsteekopening
Gebruik uitsluitend dit soort bits. Volg
A=12 mm
procedure (1).
B=9 mm
(Opmerking) De bit-adapter is niet
nodig.
006348
Voor
gereedschappen
bitinsteekopening
A=17 mm
Om deze typen bits te plaatsen, volgt u
B=14 mm
procedure (1).
Om deze typen bits te plaatsen, volgt u
A=12 mm
procedure (2).
B=9 mm
(Opmerking) De bit-adapter is nodig om
het bit te plaatsen.
011405
Procedure (1)
Om het bit te plaatsen, trekt u de klembus in de richting
van de pijl en steekt u het bit zo ver mogelijk in de bus.
Laat daarna de bus los om het bit te vergrendelen.
(Fig. 7)
Procedure (2)
In aanvulling op de bovenstaande procedure (1), steekt u
de bit-adapter met het puntige uiteinde eerst in de
klembus.
Om het bit te verwijderen, trekt u de klembus in de
richting van de pijl en trekt u het bit er uit. (Fig. 8)
OPMERKING:
• Als het bit niet diep genoeg in de klembus wordt
gestoken, zal de bus niet naar haar oorspronkelijke
positie terugkeren en zal het bit niet goed vastzitten. In
dat geval dient u het bit opnieuw erin te steken volgens
de bovenstaande aanwijzingen.
22
draairichting.
Druk
met
een
ondiepe
met
een
diepe
• Nadat u het bit in de bus hebt gestoken, controleert u of
het bit stevig vast zit. Als het bit uit de klembus
de
loskomt, mag u het bit niet gebruiken.
Haak (Fig. 9)
De ophanghaak kan handig zijn om het gereedschap
tussendoor even op te hangen. Deze is aan beide kanten
van het gereedschap te bevestigen.
Om de ophanghaak te bevestigen, steekt u die in één
van
de
groeven
gereedschapshuis en zet u de haak met een schroef
vast. Om de ophanghaak te verwijderen, draait u de
schroef los en trekt u de haak er uit.
BEDIENING
LET OP:
• Zorg dat de ventilatiesleuven nergens door afgedekt
worden, om oververhitting en schade aan het
gereedschap te voorkomen. (Fig. 10 en 11)
Het juiste aandraaikoppel kan verschillen afhankelijk van
het soort en de maat van de schroef/bout, het materiaal
van het te bevestigen werkstuk, enz. De verhouding
tussen het aandraaikoppel en de aandraaitijd is
aangegeven in de afbeeldingen. (Fig. 12 en 13)
Houd het gereedschap stevig vast en plaats de punt van
het schroefbit in de schroefkop. Oefen zoveel kracht op
het gereedschap uit als nodig is om het schroefbit op zijn
plaats te houden, en schakel het gereedschap in om het
werk te starten.
OPMERKING:
• Gebruik altijd het bit dat geschikt is voor de kop van de
aan te draaien schroef/bout.
• Voor het vastdraaien van een M8-formaat of kleinere
schroef, kiest u het gewenste slagtempo en regelt u de
druk op de trekkerschakelaar zorgvuldig zo dat de
schroef niet beschadigd wordt.
• Houd het gereedschap vooral recht op de schroef.
• Als de slagkracht te groot is, zal de schroef langer
worden aangedraaid dan in de schema's wordt
getoond en dan kan de schroef of de punt van het
schroefbit vervormd of beschadigd worden. Voordat u
aan het werk gaat, dient u altijd even proef te draaien,
om de juiste aandraaitijd voor uw type schroef te
bepalen.
Het aandraaikoppel wordt beïnvloed door een groot
aantal factoren, waaronder de volgende. Controleer na
het vastdraaien altijd het aandraaikoppel met een
momentsleutel.
1.
Wanneer de accu bijna leeg is, neemt de spanning
af en vermindert het aandraaikoppel.
2.
Schroefbit of schroefdop
Het aandraaikoppel vermindert als u niet een
schroefbit of schroefdop van de juiste maat gebruikt.
3.
Bout
• Zelfs wanneer de koppelcoëfficiënt overeenkomt
met
de
aandraaikoppel af van de boutdiameter.
• Zelfs wanneer de boutdiameters gelijk zijn, hangt
het
juiste
koppelcoëfficiënt, de boutklasse en de boutlengte.
4.
De manier van vasthouden van het gereedschap en
de positie waar de schroef in het materiaal wordt
gedraaid,
aandraaikoppel.
5.
Bij lagere toerentallen wordt ook het aandraaikoppel
kleiner.
aan
weerszijden
boutklasse,
hangt
aandraaikoppel
hebben
een
invloed
van
het
het
juiste
af
van
de
op
het