TECHNISCHE GEGEVENS
Haakse slijpmachine
Nominaal afgegeven vermogen.............................................................
Afgegeven vermogen ............................................................................
Min. Onbelast toerental .........................................................................
Slijpschijf-Ø............................................................................................
Asaansluiting .........................................................................................
Gewicht volgens de EPTA-procedure 01/2003 ......................................
Geluids-/trillingsinformatie
Meetwaarden vastgesteld volgens EN 60 745.
Het kenmerkende A-gewogen geluidsniveau van de machine
bedraagt:
Geluidsdrukniveau (K = 3 dB(A)) .........................................................
Geluidsvermogenniveau (K = 3 dB(A)) ................................................
Draag oorbeschermers!
Totale trillingswaarden (vectorsom van drie richtingen) bepaald
volgens EN 60745.
Doorslijpen en voorbewerken: trillingsemissiewaarde a
......................
h
Onzekerheid K = ....................................................................................
Slijpen met kunststof slijpschijf: trillingsemissiewaarde a
......................
h
Onzekerheid K = ....................................................................................
Bij andere toepassingen zoals bijv. doorslijpen of schuren met de
staalborstel, kunnen andere trilwaarden ontstaan!
WAARSCHUWING
De in deze aanwijzingen vermelde trillingsdruk is gemeten volgens een in EN 60745 genormeerde meetmethode en kan worden gebruikt voor
de onderlinge vergelijking van apparaten. Hij is ook geschikt voor een voorlopige inschatting van de trillingsbelasting.
De aangegeven trillingsdruk geldt voor de meest gebruikelijke toepassingen van het elektrische apparaat. Wanneer het elektrische gereedschap
echter voor andere doeleinden, met andere dan de voorgeschreven hulpstukken gebruikt of niet naar behoren onderhouden wordt, kan de
trillingsdruk afwijken. Dit kan de waarde van de trillingsdruk over de hele werkperiode aanzienlijk verhogen.
Voor een nauwkeurige inschatting van de trillingsdruk moeten ook de tijden in aanmerking worden genomen dat het apparaat uitgeschakeld is of
weliswaar loopt, maar niet werkelijk in gebruik is. Dit kan de waarde van de trillingsdruk over de hele werkperiode aanzienlijk verminderen.
Bepaal extra veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de bediener tegen de inwerking van trillingen, bijvoorbeeld: onderhoud van elektrische
gereedschappen en apparaten, warmhouden van de handen, organisatie van de werkprocessen.
WAARSCHUWING! Lees alle veiligheidsinstructies en
aanwijzingen door - ook die in de bijgeleverde brochure. Als de
waarschuwingen en voorschriften niet worden opgevolgd, kan dit
een elektrische schok, brand of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle waarschuwingen en voorschriften voor toekomstig
gebruik.
VEILIGHEIDSADVIEZEN
Algemene waarschuwingen voor slij pen, schuren, borstelen en
doorslijpen:
a) Dit elektrische gereedschap is bestemd voor gebruik als
slijpmachine, schuurmachine, borstelmachine en doorslijp-
machine. Neem alle waarschuwingen, aanwij zingen,
afbeeldingen en gegevens die u bij het elektrische gereedschap
ontvangt in acht. Als u de volgende aanwijzingen niet in acht
neemt, kunnen een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel het
gevolg zijn.
b) Dit elektrische gereedschap is niet geschikt voor het
polijsten. Ondoelmatig gebruik van dit elektrische gereedschap kan
leiden tot gevaren en persoonlijk letsel.
c) Gebruik uitsluitend toebehoren dat door de fabrikant speciaal
voor dit elektrische gereedschap is voorzien en geadviseerd.
Het feit dat u het toebehoren aan het elektrische gereedschap kunt
bevestigen, waarborgt nog geen veilig gebruik.
d) Het toegestane toerental van het inzetge reedschap moet
minstens even hoog zijn als het maximale toerental dat op het
elektrische gereedschap vermeld staat. Toebehoren dat sneller
draait dan toegestaan, kan breken en weg vliegen.
e) De buitendiameter en de dikte van het inzet gereedschap
moeten overeenkomen met de maatgegevens van het
elektrische gereed schap. Inzetgereedschappen met onjuiste
afmetin gen kunnen niet voldoende afgeschermd of gecontroleerd
worden.
f) Slijpschijven, flenzen, steunschijven en ander toebehoren
moeten nauwkeurig op de uit gaande as van het elektrische
gereedschap passen. Inzetgereedschappen die niet nauwkeurig op
de uitgaande as van het elektrische gereed schap passen, draaien
38
NEDERLANDS
WS 12-125 MX
WSC 14-125 MX
WSE 14-125 MX
.......... 1200 W ...........................1450 W ...........................1450 W
............ 720 W .............................870 W .............................870 W
.........11000 min
..................... 11000 min
........... 2600-11000 min
-1
-1
............ 125 mm ...........................125 mm ..........................125 mm
.......... M 14 ...............................M 14 ..............................M 14
............. 2,5 kg ..............................2,5 kg .............................2,5 kg
.............. 89 dB(A) .........................89 dB(A) ........................89 dB(A)
............ 100 dB(A) .......................100 dB(A) ......................100 dB(A)
................ 9 m/s
2
............................10 m/s
2
...........................10 m/s
............. 1,5 m/s
...........................1,5 m/s
..........................1,5 m/s
2
2
............. 2,6 m/s
..............................3 m/s
.............................3 m/s
2
2
............. 1,5 m/s
...........................1,5 m/s
..........................1,5 m/s
2
2
ongelijkmatig, trillen sterk en kunnen tot het verlies van de controle
leiden.
g) Gebruik geen beschadigde inzetgereed schappen. Controleer
voor het gebruik altijd inzetgereedschappen zoals slijpschijven
op afsplinteringen en scheuren, steunschijven op scheuren of
sterke slijtage en draadbor stels op losse of gebroken draden.
Als het elektrische gereedschap of het inzetgereed schap valt,
dient u te controleren of het beschadigd is, of gebruik een
onbeschadigd inzetgereedschap. Als u het inzetgereed schap
hebt gecontroleerd en ingezet, laat u het elektrische
gereedschap een minuut lang met het maximale toerental lopen.
Daarbij dient u en dienen andere personen uit de buurt van het
ronddraaiende inzetgereed schap te blijven. Beschadigde
inzetgereedschap pen breken meestal gedurende deze testtijd.
h) Draag persoonlijke beschermende uitrusting. Gebruik
afhankelijk van de toepassing een volledige
gezichtsbescherming, oogbescher ming of veiligheidsbril. Draag
voor zover van toepassing een stofmasker, een gehoorbe-
scherming, werkhandschoenen of een spe ciaal schort dat
kleine slijp- en materiaaldeeltjes tegenhoudt. Uw ogen moe ten
worden beschermd tegen wegvliegende deel tjes die bij verschillende
toepassingen ontstaan. Een stof- of adembeschermingsmasker moet
het bij de toepassing ontstaande stof filteren. Als u lang wordt
blootgesteld aan luid lawaai, kan uw gehoor worden beschadigd.
i) Let erop dat andere personen zich op een vei lige afstand
bevinden van de plaats waar u werkt. Iedereen die de
werkomgeving betreedt, moet persoonlijke beschermende
uitrusting dragen. Brokstukken van het werkstuk of gebroken
inzetgereedschappen kunnen wegvlie gen en verwondingen
veroorzaken, ook buiten de directe werkomgeving.
j) Houd het elektrische gereedschap alleen vast aan de
geïsoleerde greepvlakken als u werk zaamheden uitvoert waarbij
het inzetgereed schap verborgen stroomleidingen of de eigen
netkabel kan raken. Contact met een onder spanning staande
leiding zet ook de metalen delen van het elektrische gereedschap
onder spanning en leidt tot een elektrische schok.
k) Houd de stroomkabel uit de buurt van draaiende
inzetgereedschappen. Als u de con trole over het elektrische
gereedschap verliest, kan de stroomkabel worden doorgesneden of
meege nomen en uw hand of arm kan in het ronddraaiende
inzetgereedschap terechtkomen.
l) Leg het elektrische gereedschap nooit neer voordat het
inzetgereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Het
-1
draaiende inzetge reedschap kan in contact komen met het
oppervlak, waardoor u de controle over het elektrische gereed schap
kunt verliezen.
m) Laat het elektrische gereedschap niet lopen terwijl u het
draagt. Uw kleding kan door toevallig contact met het draaiende
inzetgereedschap wor den meegenomen en het inzetgereedschap
kan zich in uw lichaam boren.
n) Reinig regelmatig de ventilatieopeningen van het elektrische
gereedschap. De motorventilator trekt stof in het huis en een sterke
ophoping van metaalstof kan elektrische gevaren veroorzaken.
o) Gebruik het elektrische gereedschap niet in de buurt van
brandbare materialen. Vonken kunnen deze materialen ontsteken.
2
p)Gebruik geen inzetgereedschappen waarvoor vloeibare
2
koelmiddelen vereist zijn. Het gebruik van water of andere
2
vloeibare koelmiddelen kan tot een elektrische schok leiden.
2
Terugslag en bijbehorende waarschu wingen
Terugslag is de plotselinge reactie als gevolg van een vasthakend of
geblokkeerd draaiend inzetge reedschap, zoals een slijpschijf,
steunschijf, draad borstel, enz. Vasthaken of blokkeren leidt tot
abrupte stilstand van het ronddraaiende inzetge reedschap. Daardoor
wordt een ongecontroleerd elektrisch gereedschap tegen de
draairichting van het inzetgereedschap versneld op de plaats van de
blokkering.
Als bijvoorbeeld een slijpschijf in het werkstuk vast haakt of blokkeert,
kan de rand van de slijpschijf die in het werkstuk invalt, zich
vastgrijpen. Daardoor kan de slijpschijf uitbreken of een terugslag
veroorza ken. De slijpschijf beweegt zich vervolgens naar de
bediener toe of van de bediener weg, afhankelijk van de draairichting
van de schijf op de plaats van de blokkering. Hierbij kunnen
slijpschijven ook bre ken.
Een terugslag is het gevolg van het verkeerd gebruik of onjuiste
gebruiksomstandigheden van het elektrische gereedschap.
Terugslag kan worden voorkomen door geschikte
voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder beschreven.
a) Houd het elektrische gereedschap goed vast en breng uw
lichaam en uw armen in een positie waarin u de
terugslagkrachten kunt opvangen. Gebruik altijd de extra
handgreep, indien aanwezig, om de grootst mogelijke controle
te hebben over terugslagkrachten of reactiemomenten bij het op
toeren komen. De bediener kan door geschikte
voorzorgsmaatregelen de terugslag- en reactiekrachten beheersen.
b) Breng uw hand nooit in de buurt van draaiende
inzetgereedschappen. Het inzetge reedschap kan bij de terugslag
over uw hand bewe gen.
c) Mijd met uw lichaam het gebied waarheen het elektrische
gereedschap bij een terugslag wordt bewogen. De terugslag drijft
het elektrische gereedschap in de richting die tegengesteld is aan de
beweging van de slijpschijf op de plaats van de blokkering.
d) Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van hoeken, scherpe
randen, enz. Voorkom dat inzetgereedschappen van het
werkstuk terug springen en vastklemmen. Het ronddraaiende
inzetgereedschap neigt er bij hoeken, scherpe ran den of wanneer
het terugspringt toe om zich vast te klemmen. Dit veroorzaakt een
controleverlies of terugslag.
e) Gebruik geen kettingblad of getand zaag blad. Zulke
inzetgereedschappen veroorzaken vaak een terugslag of het verlies
van de controle over het elektrische gereedschap.
Bijzondere waarschuwingen voor slijp- en
doorslijpwerkzaamheden
a) Gebruik uitsluitend het voor het elektrische gereedschap
toegestane slijptoebehoren en de voor dit slijptoebehoren
voorziene beschermkap. Slijptoebehoren dat niet voor het
elektrische gereedschap is voorzien, kan niet vol doende worden
afgeschermd en is niet veilig.
b) Gebruik altijd de beschermkap die voor het gebruikte soort
slijpgereedschap is voorzien. De beschermkap moet stevig op
het elektri sche gereedschap zijn aangebracht en zoda nig zijn
ingesteld dat een maximum aan veiligheid wordt bereikt. Dat wil
zeggen dat het kleinst mogelijke deel van het slijpge reedschap
open naar de bediener wijst. De beschermkap moet de bediener
beschermen tegen brokstukken en toevallig contact met het
slijpge reedschap.
c) Slijptoebehoren mag alleen worden gebruikt voor de
geadviseerde toepassingsmogelijk heden. Bijvoorbeeld: slijp nooit
met het zijvlak van een doorslijpschijf. Doorslijpschijven zijn bestemd
voor materiaalafname met de rand van de schijf. Een zijwaartse
krachtinwerking op dit slijptoebehoren kan het toebehoren breken.
d) Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen in de juiste maat
en vorm voor de door u geko zen slijpschijf. Geschikte flenzen
steunen de slijp schijf en verminderen zo het gevaar van een
slijpschijfbreuk. Flenzen voor doorslijpschijven kun nen verschillen
van de flenzen voor andere slijp schijven.
e) Gebruik geen versleten slijpschijven van gro tere elektrische
gereedschappen. Slijpschijven voor grotere elektrische
gereedschappen zijn niet geconstrueerd voor de hogere toerentallen
van klei nere elektrische gereedschappen en kunnen bre ken.
Overige bijzondere waarschuwingen voor
doorslijpwerkzaamheden
a) Voorkom blokkeren van de doorslijpschijf en te hoge
aandrukkracht. Slijp niet overmatig diep. Een overbelasting van
de doorslijpschijf ver groot de slijtage en de gevoeligheid voor
kantelen of blokkeren en daardoor de mogelijkheid van een
terugslag of breuk van het slijptoebehoren.
b) Mijd de omgeving voor en achter de rond draaiende
doorslijpschijf. Als u de doorslijp schijf in het werkstuk van u weg
beweegt, kan in het geval van een terugslag het elektrische
gereed schap met de draaiende schijf rechtstreeks naar u toe worden
geslingerd.
c) Als de doorslijpschijf vastklemt of als u de werkzaamheden
onderbreekt, schakelt u het elektrische gereedschap uit en
houdt u het rustig tot de schijf tot stilstand is gekomen. Probeer
nooit om de nog draaiende doorslijp schijf uit de groef te
trekken. Anders kan een terugslag het gevolg zijn. Stel de
oorzaak van het vastklemmen vast en maak deze ongedaan.
d) Schakel het elektrische gereedschap niet opnieuw in zolang
het zich in het werkstuk bevindt. Laat de doorslijpschijf eerst
het vol ledige toerental bereiken voordat u het door slijpen
voorzichtig voortzet. Anders kan de schijf vasthaken, uit het
werkstuk springen of een terugslag veroorzaken.
e) Ondersteun platen of grote werkstukken om het risico van
een terugslag door een inge klemde doorslijpschijf te
verminderen. Grote werkstukken kunnen onder hun eigen gewicht
door buigen. Het werkstuk moet aan beide zijden worden
ondersteund, vlakbij de slijpgroef en aan de rand.
f) Wees bijzonder voorzichtig bij invallend fre zen in bestaande
muren of andere plaatsen zonder voldoende zicht. De invallende
doorslijp schijf kan bij het doorslijpen van gas- of waterleidin gen,
elektrische leidingen of andere objecten een terugslag veroorzaken.
Bijzondere waarschuwingen voor schuurwerkzaamheden
a) Gebruik geen schuurbladen met te grote afmetingen, maar
houd u aan de voorschrif ten van de fabrikant voor de maten van
schuurbladen. Schuurbladen die over de rand van de steunschijf
uitsteken, kunnen verwondingen ver oorzaken en kunnen tot
blokkeren, scheuren van de schuurbladen of terugslag leiden.
Bijzondere waarschuwingen voor werkzaamheden met
draadborstels
a) Houd er rekening mee dat de draadborstel ook tijdens het
normale gebruik draadstuk ken verliest. Overbelast de draden
niet door een te hoge aandrukkracht. Wegvliegende draadstukken
kunnen gemakkelijk door dunne kle ding en/of de huid dringen.
b) Als het gebruik van een beschermkap wordt geadviseerd,
dient u te voorkomen dat beschermkap en draadborstel elkaar
kunnen raken. Vlakstaal- en komstaalborstels kunnen door
aandrukkracht en centrifugaalkrachten hun diame ter vergroten.
Verplaatsbaar gereedschap moet bij het gebruik buiten aan een
aardlekschakelaar (FI,RCD,PRCD) aangesloten worden.
Spanen of splinters mogen bij draaiende machine niet worden
verwijderd.
Machine alleen uitgeschakeld aan het net aansluiten.
NEDERLANDS
39