Oververhittingsbeveiliging voor het
gereedschap
Wanneer het gereedschap oververhit is, stopt het
gereedschap automatisch en toont de accu-indicator de
volgende toestand. In die situatie laat u het gereedschap
eerst afkoelen voordat u het gereedschap opnieuw
inschakelt.
Accu-indicator
: Aan
015145
De beveiligingsvergrendeling opheffen
Wanneer het beveiligingssysteem herhaaldelijk in werking
treedt, wordt het gereedschap vergrendeld en geeft de
accu-indicator de volgende toestand aan.
Accu-indicator
: Aan
Beveiligingsvergrendeling in werking
015201
In deze toestand start het gereedschap niet, ook niet
wanneer het gereedschap wordt uitgeschakeld en weer
ingeschakeld. Om de beveiligingsvergrendeling op te
heffen, verwijdert u de accu, plaatst u hem in de acculader
en wacht u tot het opladen klaar is.
De zaagdiepte instellen
LET OP:
• Nadat u de zaagdiepte hebt ingesteld, zet u de hendel
altijd stevig vast.
Zet de hendel los aan de zijkant van de achterhandgreep
en beweeg de zool omhoog en omlaag. Zet de zool vast
op de gewenste zaagdiepte door de hendel vast te zetten
(zie afb. 12).
Voor een schonere, veiligere zaagsnede, stelt u de
zaagdiepte zodanig in dat niet meer dan een tandhoogte
door het werkstuk heen steekt. Door de zaagdiepte goed
in te stellen, verkleint u de kans op een potentieel
gevaarlijke TERUGSLAG, en daarmee op persoonlijk
letsel.
Verstekzagen
Zet de hendel aan de voorkant los. Stel de gewenste
verstekhoek in (0° - 50°) door dienovereenkomstig te
kantelen, en zet vervolgens de hendel aan de voorkant
weer vast (zie afb. 13).
Gebruik de 45° aanslag wanneer u precies onder een
hoek van 45° wilt verstekzagen. Draai de aanslag volledig
linksom voor verstekzagen onder een hoek van 0° t/m
45°, en draai deze rechtsom voor verstekzagen onder een
hoek van 0° t/m 50° (zie afb. 14).
Zichtlijn (zie afb. 15)
Voor recht zagen lijnt u de stand 0° op de voorkant van de
zool uit met de zaaglijn. Voor verstekzagen onder een
: Uit
: Knippert
Gereedschap is oververhit
: Uit
: Knippert
hoek van 45°, gebruikt lijnt u uit met de stand 45°. De
stand van de schaalverdeling is verstelbaar.
De lamp inschakelen
LET OP:
• Kijk niet rechtstreeks in de lamp of naar de bron van de
lamp (zie afb. 16).
U kunt de lamp inschakelen door gewoon de aan-
uitschakelaar in te knijpen zonder de uit-vergrendeling te
bedienen. Om de lamp en het gereedschap in te
schakelen, bedient u de uit-vergrendeling en knijpt u
tegelijkertijd de aan-uitschakelaar in terwijl u de uit-
vergrendeling ingeduwd houdt. De lamp blijft branden
zolang u de aan-uitschakelaar ingeknepen houdt. De
lamp gaat 10 tot 15 seconden nadat u de aan-
uitschakelaar hebt losgelaten uit.
OPMERKING:
• Gebruik een doek om het vuil van de lens van de lamp
te vegen. Wees voorzichtig de lens van de lamp niet te
bekrassen om de lichtopbrengst niet te verlagen.
• Gebruik geen benzine, thinner of soortgelijk middel om
de lens van de lamp te reinigen. Dergelijke middelen
zullen de lens beschadigen.
Haak
LET OP:
• Verwijder altijd de accu wanneer het gereedschap aan
de haak wordt opgehangen.
• Hang het gereedschap niet op aan de haak op een
hoge plaats of op een mogelijk instabiele ondergrond.
De haak is handig om het gereedschap tijdelijk aan op te
hangen. Om de haak te gebruiken, draait u hem totdat hij
vastklikt in de geopende stand.
Als u de haak niet gebruikt, draait u hem weer terug totdat
hij vastklikt in de gesloten stand (zie afb. 17).
DE ONDERDELEN MONTEREN
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de accu is verwijderd alvorens enige
werkzaamheden aan het gereedschap te verrichten.
Het zaagblad aanbrengen en verwijderen
LET OP:
• Verzeker u ervan dat het zaagblad zodanig wordt
aangebracht dat de tanden aan de voorkant van het
gereedschap omhoog wijzen.
• Gebruik uitsluitend de Makita-inbussleutel voor het
aanbrengen en verwijderen van het zaagblad.
Als u het zaagblad wilt verwijderen, drukt u eerst de
asvergrendeling in zodat het zaagblad niet meer kan
draaien, en gebruikt u vervolgens de inbussleutel om de
inbusbout rechtsom los te draaien. Verwijder daarna de
zeskantbout, de buitenflens en het zaagblad (zie afb. 18
en 19).
Om het zaagblad aan te brengen, volgt u de procedure in
omgekeerde volgorde. ZORG ERVOOR DAT U DE
INBUSBOUT LINKSOM STEVIG VASTDRAAIT.
Vergeet niet tijdens het verwisselen van het zaagblad ook
de bovenste en onderste beschermkappen te ontdoen
van opgehoopt zaagsel, zoals beschreven in het
43