ISTRUZIONI DI MONTAGGIO E CABLAGGIO
I
NOTA: Il motivo rigato mostrato potrebbe non corrispondere esattamente all'impianto presente.
Tuttavia le istruzioni di installazione valgono anche per questo impianto.
La sorgente luminosa di questo apparecchio d'illuminazione non è sostituibile; quando la sor-
gente luminosa raggiungerà la fine della sua durata, sarà necessario sostituire l'intero apparec-
chio d'illuminazione.
ATTENZIONE: Per gli impianti creati per l'utilizzo in spazi esterni ed umidi, creare un sigillo imper-
meabile all'acqua tra l'impianto e la superficie di montaggio utilizzando del silicone o uno stucco
simile.
1. Spegnere la corrente nel pannello elettrico per evitare possibili scosse elettriche.
2. Posizionare il piatto di montaggio universale (B) a filo con il soffitto nel punto di montaggio
desiderato. Utilizzando i fori esterni sulla barra di montaggio come guide, contrassegnare i
punti in cui vanno praticati i fori pilota.
NOTA: Per appendere diritto l'impianto, il piatto di montaggio universale (B) deve essere al
livello.
3. Inserire 4 ancoraggi in plastica (D) nei fori pilota (per cartongesso).
4. Allineare i fori esterni sul piatto di montaggio universale con gli ancoraggi plastici (D) (se
presenti). Fissare il piatto di montaggio universale (B) usando le viti da legno (E).
5. Creare un collegamento elettrico allentando le viti terminali dal blocco terminale (F) e
inserire il terminale a rete, il terminale neutro e il terminale di rete.
6. Stringere le viti terminali. Assicurarsi che non ci siano fili sparsi.
7. Riposizionare il piatto (B) sopra il piatto di montaggio universale (C) riallineando le aperture
del piatto (C) sui bordi nel piatto posteriore con i fori per le viti sul piatto di montaggio
universale.
8. Riposizionare le viti (D) sui bordi del piatto posteriore (B).
9. Riaccendere la corrente in un pannello elettrico.
MONTAGE - EN BEDRADINGSINSTRUCTIES
NL
OPMERKING: De getoonde lijntekeningen komen mogelijk niet exact overeen met de ingesloten
armatuur. De installatie-instructies zijn echter wel van toepassing op deze armatuur.
De lichtbron van de deze armatuur is niet vervangbaar; wanneer de lichtbron het einde
van zijn levensduur heeft bereikt, moet de gehele armatuur vervangen worden.
VOORZICHTIG: Voor armaturen die zijn gelabeld voor gebruik buitenshuis en op natte locaties,
dient u te zorgen voor een waterdichte afdichting tussen de armatuur en het montageoppervlak
met behulp van silicone of een soortgelijke afdichting.
1. Schakel de stroom uit bij de schakelkast om mogelijk elektrische schokken te voorkomen.
2. Plaats de universele montageplaat (B) vlak tegen de wand op de gewenste montagelocatie.
Gebruik de gaten van de montagestang als geleider, markeer waar de gaten geboord moeten
worden.
OPMERKING: De universele montageplaat (B) moet waterpas zijn zodat de armatuur recht
hangt.
3. Steek 4 kunststof ankers (D) in de boorgaten (voor gipsplaten).
4. Lijn de gaten van de buitenste universele montageplaat uit met de kunststof ankers (D)
(indien van toepassing). Zet universele montageplaat (B) vast op zijn plaats met
houtschroeven (E).
5. Maak een elektrische aansluiting door de klemschroeven op het klemmenblok los te draaien
(M) en de onder spanning staande, neutrale en geaarde aansluitingen in te steken.
6. Draai de klemschroeven vast. Zorg ervoor dat er geen losse draden zijn.
7. Plaats achterplaat (B) boven universele montageplaat (C) door de openingen van de
achterplaat uit te lijnen op de randen van de achterplaat met de schroefgaten op de
universeel montageplaat (C).
8. Vervang schroeven (D) op de rand van achterplaat (B).
9. Schakel de stroom weer in bij de schakelkast.
GS-26-FS09-WH18
21