BG
1... WERKING
CZ
2... PLAATSING
DE
3... INSTRUCTIES VÓÓR HET GEBRUIK
4... ONDERDELEN
DK
5... BEDIENING
ES
6... WATERAFVOER
7... ONDERHOUD
nl
8... VERHELPEN VAN STORINGEN
GB
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN,
DIENT DE HANDLEIDING AANDACHTIG TE
HR
WORDEN BESTUDEERD EN BEWAARD VOOR
LATERE RAADPLEGING.
GB
►►
1. WERKING
►
Dit apparaat is een luchtontvochtiger. De luchtontvochtiger
HR
regelt de relatieve vochtigheid in afgesloten ruimtes door
lucht op te zuigen en over koelelementen te leiden. Het
HU
koude oppervlak van de koelelementen laat het vocht in de
lucht condenseren. Het condenswater wordt opgevangen
in de watertank. De gedroogde lucht wordt door de uit-
IT
blaasrooster weer in het vertrek geblazen. De lucht wordt
nog iets opgewarmd, voordat deze door de uitblaasrooster
LT
weer in het vertrek wordt geblazen.
LV
► FIG. 1
1. uitlaat droge lucht
2. condensor
NL
3.verdamper
4. inlaat vochtige lucht
NO
5. microschakelaar
6. watertank
PL
7. motor
8. ventilator
9. compressor
RO
►►
2. PLAATSING
►
RU
Vochtige lucht verspreidt zich, net als hinderlijke (kook)
luchtjes, door het gehele huis. Het is dan ook raadzaam
SE
om de luchtontvochtiger op een centrale plaats neer te zet-
ten, zodat de vochtige lucht van alle kanten uit het gehele
huis kan worden aangezogen. Heeft u een serieus vocht-
SI
probleem in een vertrek, begin dan in dit vertrek. Later als
het vochtprobleem is opgelost, kunt u de luchtontvochtiger
SK
desgewenst verplaatsen naar een meer centrale plaats.
Plaats de luchtontvochtiger nooit te dicht bij een radiator of
UA
andere warmtebron.
Zet de luchtontvochtiger stabiel op een vlakke ondergrond.
Zet de luchtontvochtiger zoveel mogelijk waterpas en zorg
SE
ervoor dat de lucht onbelemmerd kan worden aangezo-
gen en uitgeblazen. Zorg er dus voor dat aan alle kanten
SI
van het apparaat minstens 10 cm (4") vrije ruimte wordt
behouden. Voor extra praktisch gebruik en mobiliteit heeft
SK
uw luchtontvochtiger 4 wieltjes. Indien u het apparaat wilt
verplaatsen, dient u het eerst uit te zetten, het snoer uit het
stopcontact te halen en de watertank te legen. Het gebruik
TR
van een verlengsnoer wordt afgeraden. Zorg er dus voor
dat het apparaat niet te ver van een stopcontact wordt ge-
UA
plaatst.
INHOUDSOPGAV
Indien een verlengsnoer toch noodzakelijk blijkt te zijn,
let erop dat de diameter van de stroomkabels minstens
1 mm
bedraagt. Het beste effect wordt verkregen in een
2
ruimte met buitendeuren en ramen gesloten wanneer de
luchtontvochtiger aan staat.
►►
3. INSTRUCTIES VÓÓR HET GEBRUIK
►
LET OP!
► het apparaat moet altijd rechtop staan;
► vóór het aansluiten van uw luchtontvochtiger moet deze
minimaal 1 uur rechtop hebben gestaan na het transport
ervan of nadat deze is gekanteld (bijv. tijdens reiniging er-
van);
► Stop geen vreemde voorwerpen in de openingen (lucht
in- en uitlaten);
► Controleer de netspanning. De luchtontvochtiger is
uitsluitend geschikt voor de aansluitspanningen die staan
aangegeven op het typeplaatje aan de achterkant van het
apparaat;
► Als de stroomkabel van de luchtontvochtiger is bescha-
digd, dient deze vervangen te worden door een deskun-
dige servicemonteur om ieder risico te voorkomen;
► zet het apparaat nooit aan en schakel het nooit uit door
de stekker uit het stopcontact te trekken. Gebruik hiervoor
altijd de schakelaar op het bedieningspaneel;
► indien u het apparaat wilt verplaatsen, dient u het eerst
uit te zetten, de stekker uit het stopcontact te halen en de
watertank te legen;
► gebruik geen spray tegen ongedierte of anderen brand-
bare schoonmaakmiddelen;
► reinig de luchtontvochtiger nooit door het apparaat met
water te besproeien of in water te dompelen.
► DIT APPARAAT IS NIET BESTEMD VOOR GEBRUIK
DOOR PERSONEN (INCLUSIEF KINDEREN) MET EEN
BEPERKT LICHAMELIJK, ZINTUIGLIJK OF GEESTELIJK
VERMOGEN OF DOOR PERSONEN ZONDER ERVA-
RING DIE NIET ZIJN GETRAIND DOOR IEMAND DIE VE-
RANTWOORDELIJK IS VOOR HUN VEILIGHEID. LET ER
OP DAT KINDEREN NIET MET HET APPARAAT SPELEN.
BELANGRIJK!
Het apparaat mag niet worden gebruikt bij temperatu-
ren onder 5°C, om zo ijsafzetting op de verdamper te
voorkomen.
►►
4. ONDERDELEN
►
► FIG. 2
1. metalen behuizing
2. handvat