Gebruik de meter nooit voor categorie III-installaties bij
spanningsmetingen die de veiligheidsmarge van 600 V boven het
massapotentiaal (kunnen) overschrijden.
Plaats de bereikschakelaar in de hoogste stand indien u de intensiteit
van de belasting niet op voorhand kent.
Ontkoppel de meetsnoeren van het meetcircuit alvorens u aan de
draaischakelaar draait.
Wanneer u metingen uitvoert op een tv of een schakelende voeding,
mag u niet vergeten dat een sterke stroomstoot ter hoogte van de
geteste punten de meter kan beschadigen.
Wees uiterst voorzichtig bij metingen hoger dan 60 VDC of 30 VAC rms.
Houd tijdens metingen uw vingers achter de beschermingsrand van de
meetpennen.
Voer nooit weerstands-, diode- of continuïteitsmetingen uit in circuits
waarop spanning aanwezig is. Zorg ervoor dat alle condensatoren in het
circuit volledig ontladen zijn.
6. Algemene omschrijving
Raadpleeg de afbeeldingen op pagina 2 van deze handleiding:
1.
Stroomklem
2.
Trekker
3.
Selectieknop
4.
M-hold knop
5.
D-hold knop
6.
Functieschakelaar
7.
Display
3 ½ digits
8.
"COM"-bus
Sluit het zwarte (-) meetsnoer aan.
9.
"V
"-bus
Sluit het rode (+) meetsnoer aan op deze bus om spanning, weerstand
en frequentie te meten.
7. Overspannings-/installatiecategorie
DMM's worden opgedeeld volgens het risico op en de ernst van
spanningspieken die kunnen optreden op het meetpunt. Spanningspieken
zijn kortstondige uitbarstingen van energie die geïnduceerd worden in een
systeem door bv. blikseminslag op een hoogspanningslijn.
De bestaande categorieën volgens EN 61010-1 zijn:
Een CAT I-meter is geschikt voor metingen op beschermde
CAT I
elektronische circuits die niet rechtstreeks verbonden zijn met het
lichtnet, bv. elektronische schakelingen, stuursignalen...
V. 01 – 26/02/2019
DCM100
16
©Velleman nv