NEDERLANDS
36
kunnen niet voldoende afgeschermd of gecontrole-
erd worden.
f) De schroefdraden van het toebehoren moeten
overeenstemmen met de schroefdraden van
de slijpspil. Bij toebehoren dat moet worden
aang ensd, moet de boring op de opspandoorn
in het toebehoren overeenstemmen met de dia-
meter van de centreer ens. Toebehoren dat niet
op de montagedoorn van het apparaat past, loopt
excentrisch, trilt buitengewoon sterk en kan leiden
tot controleverlies over het gereedschap.
g) Gebruik geen beschadigde inzetgereedschap-
pen. Controleer voor het gebruik altijd inzetge-
reedschappen zoals slijpschijven op afsplinte-
ringen en scheuren, steunschijven op scheuren
of sterke slijtage en draadborstels op losse of
gebroken draden. Als het elektrische gereedschap
of het inzetgereedschap valt, dient u te con-
troleren of het beschadigd is, of gebruik een
onbeschadigd inzetgereedschap. Als u het inzet-
gereedschap hebt gecontroleerd en ingezet, laat
u het elektrische gereedschap een minuut lang
met het maximale toerental lopen. Daarbij dient
u en dienen andere personen uit de buurt van
het ronddraaiende inzetgereedschap te blijven.
Beschadigde inzetgereedschappen breken meestal
gedurende deze testtijd.
h) Draag persoonlijke beschermende uitrusting.
Gebruik afhankelijk van de toepassing een volle-
dige gezichtsbescherming, oogbescherming of
veiligheidsbril. Draag voor zover van toepassing
een stofmasker, een gehoorbescherming, werk-
handschoenen of een speciaal schort dat kleine
slijp- en materiaaldeeltjes tegenhoudt. Uw ogen
moeten worden beschermd tegen wegvliegende
deeltjes die bij verschillende toepassingen ontstaan.
Een stof- of adembeschermingsmasker moet het bij
de toepassing ontstaande stof lteren. Als u lang
wordt blootgesteld aan luid lawaai, kan uw gehoor
worden beschadigd.
i) Let erop dat andere personen zich op een veili-
ge afstand bevinden van de plaats waar u werkt.
Iedereen die de werkomgeving betreedt, moet
persoonlijke beschermende uitrusting dragen.
Brokstukken van het werkstuk of gebroken inzetge-
reedschappen kunnen wegvliegen en verwondingen
veroorzaken, ook buiten de directe werkomgeving.
j) Houd het apparaat alléén aan de geïsoleerde
grijpvlakken vast, wanneer u werkzaamheden
uitvoert waarbij het snijgereedschap verborgen
stroomleidingen of de eigen apparaatkabel zou
kunnen raken. Het contact van het snijgereedschap
met een spanningvoerende leiding kan de metalen
apparaatdelen onder spanning zetten en zo tot een
elektrische schok leiden.
k) Houd de stroomkabel uit de buurt van draaien-
de inzetgereedschappen. Als u de controle over het
elektrische gereedschap verliest, kan de stroomkabel
worden doorgesneden of meegenomen en uw hand
of arm kan in het ronddraaiende inzetgereedschap
terechtkomen.
l) Leg het elektrische gereedschap nooit neer
voordat het inzetgereedschap volledig tot stil-
stand is gekomen. Het draaiende inzetgereedschap
kan in contact komen met het oppervlak, waardoor
u de controle over het elektrische gereedschap kunt
verliezen.
m) Laat het elektrische gereedschap niet lopen
terwijl u het draagt. Uw kleding kan door toevallig
contact met het draaiende inzetgereedschap worden
meegenomen en het inzetgereedschap kan zich in uw
lichaam boren.
n) Reinig regelmatig de ventilatieopeningen van
het elektrische gereedschap. De motorventilator
trekt stof in het huis en een sterke ophoping van
metaalstof kan elektrische gevaren veroorzaken.
o) Gebruik het elektrische gereedschap niet in de
buurt van brandbare materialen. Vonken kunnen
deze materialen ontsteken.
p) Gebruik geen inzetgereedschappen waarvoor
vloeibare koelmiddelen vereist zijn. Het gebruik
van water of andere vloeibare koelmiddelen kan tot
een elektrische schok leiden.
Terugslag en bijbehorende waarschuwingen
Terugslag is de plotselinge reactie als gevolg van
een vasthakend of geblokkeerd draaiend inzetge-
reedschap, zoals een slijpschijf, steunschijf, draad-
borstel, enz. Vasthaken of blokkeren leidt tot abrupte
stilstand van het ronddraaiende inzetgereedschap.
Daardoor wordt een ongecontroleerd elektrisch
gereedschap tegen de draairichting van het inzetge-
reedschap versneld op de plaats van de blokkering.
Als bijvoorbeeld een slijpschijf in het werkstuk
vasthaakt of blokkeert, kan de rand van de slijpschijf
die in het werkstuk invalt, zich vastgrijpen. Daardoor
kan de slijpschijf uitbreken of een terugslag veroor-
zaken. De slijpschijf beweegt zich vervolgens naar
de bediener toe of van de bediener weg, afhankelijk
van de draairichting van de schijf op de plaats van de
blokkering. Hierbij kunnen slijpschijven ook breken.
Een terugslag is het gevolg van het verkeerd
gebruik of onjuiste gebruiksomstandigheden van
het elektrische gereedschap. Terugslag kan worden
voorkomen door geschikte voorzorgsmaatregelen,
zoals hieronder beschreven.
a) Houd het elektrische gereedschap goed vast
en breng uw lichaam en uw armen in een positie
waarin u de terugslagkrachten kunt opvangen.
Gebruik altijd de extra handgreep, indien aanwe-
zig, om de grootst mogelijke controle te hebben
over terugslagkrachten of reactiemomenten
bij het op toeren komen. De bediener kan door
geschikte voorzorgsmaatregelen de terugslag- en
reactiekrachten beheersen.
b) Breng uw hand nooit in de buurt van draaien-
de inzetgereedschappen. Het inzetgereedschap
kan bij de terugslag over uw hand bewegen.
c) Mijd met uw lichaam het gebied waarheen
het elektrische gereedschap bij een terugslag
wordt bewogen. De terugslag drijft het elektrische