4.4
MONTAGE VAN DE PIN VAN DE
ACHTERSTE AFLAATBEVEILIGING
Monteer de pin zoals aangegeven op de (afb.6).
5.
BEDIENINGSELEMENTEN
5.1
CONTACTSLEUTEL
(UITSCHAKELINRICHTING)
De sleutel (afb.7.A), die zich binnenin de holte
van de accu bevindt, schakelt het elektrisch
circuit van de machine aan en uit.
Door de sleutel te verwijderen, schakelt men het
elektrisch circuit volledig uit om een ongecontroleerd
gebruik van de machine te vermijden.
BELANGRIJK Verwijder de contactsleutel
elke keer wanneer u de machine ongebruikt
of onbewaakt achterlaat.
5.2
STEEL
5.2.1
Schakelaar
De schakelaar start/stop de motor en schakelt
tegelijkertijd de snij-inrichting in/uit.
De aangegeven standen stemmen overeen met:
1.
Werking. Voor het starten, druk op
de veiligheidstoets (afb.8.A), en trekt
men aan de hendel (afb.8.B) en wacht
2-3 seconden tot de motor opstart.
2.
Bij het opstarten van de motor wordt
tegelijkertijd ook de snij-inrichting inge-
schakeld.
3.
Stoppen. De motor stopt automatisch
wanneer men de hendel (afb.8.B) loslaat.
5.2.2
Bedieningshendel aandrijving
Deze hendel schakelt de aandrijving aan de wielen
in en staat de voortbeweging van de machine toe.
1.
Aandrijving ingeschakeld. De grasmaaier
beweegt wanneer de hendel tegen de steel
geduwd is (afb.9.A). De grasmaaier stopt met
rijden wanneer de hendel losgelaten wordt.
BELANGRIJK De motor moet steeds met
uitgeschakelde aandrijving gestart worden.
BELANGRIJK Om te vermijden de aandrijving te
beschadigen, mag men de machine niet achteruit
trekken met de aandrijving ingeschakeld.
Op sommige modellen kan de
voortbewegingssnelheid geregeld worden met
behulp van de selectieknop (Afb.9.B).
Men kan 9 verschillende snelheidsniveaus kiezen.
1.
Maximumsnelheid (ongeveer 5 Km/h).
2.
Minimumsnelheid (ongeveer 2,5 Km/h).
Elke "klik" van de selectieknop (Afb.9.B)
stemt overeen met een snelheidsniveau.
OPMERKING Het laatst gekozen snelheidsniveau
blijft ook na de uitschakeling van de machine ingesteld.
OPMERKING De tractie kan ook ingeschakeld
worden bij stilgelegde machine, met de accu en
de veiligheidssleutel in hun zitting geplaatst.
5.3
AFSTELLING VAN DE MAAIHOOGTE
Door het chassis omlaag of omhoog te brengen, kan
het gras op verschillende hoogtes gemaaid worden.
Doe dit enkel wanneer de snij-inrichting stil staat.
De maaihoogte kan afgesteld worden door
middel van de speciale hendels (afb.10.A). De
hoogte moet gelijk zijn voor de vier wielen.
6.
GEBRUIK VAN DE MACHINE
De veiligheidsnormen die in acht genomen mo-
eten worden, zijn beschreven in hfdst. 2. Neem deze
aanwijzingen strikt in acht om geen ernstige risico's of
gevaren te lopen.
6.1
VOORAFGAANDE WERKZAAMHEDEN
Alvorens te beginnen met werken, dienen er
enkele controles en handelingen uitgevoerd te
worden om er zeker van te zijn dat het werk op de
meest nuttige en veilige manier zal verlopen:
Ga na of de contactsleutel niet in zijn zitting geplaatst is.
Plaats de machine horizontaal en stevig op het terrein.
6.1.1
Controle van de accu
Alvorens de machine voor de eerste keer te gebruiken
na de aankoop, moet men de accu volledig opladen,
volgens de aanwijzingen in de handleiding van de accu.
Controleer, vòòr ieder gebruik, de status van de accu
volgens de aanwijzingen in de handleiding van de accu.
NL - 6